door Maartje Kramer -
Josephine Baker (1906-1975) staat in het collectieve geheugen gegrift als de danseres in het bananenrokje. Buiten haar geboorteland, de Verenigde Staten, verwierf ze faam als zangeres en danseres, maar wordt ze ook geëerd om haar werk voor bezet Frankrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog en haar strijd tegen racisme. HWP-schrijfster Maartje Kramer vertelt waarom Baker zoveel meer krediet verdient.

Geboren als Freda Josephine McDonald, groeide Josephine Baker op in armoede en werd ze al op jonge leeftijd geconfronteerd met racisme en discriminatie. Voordat ze het toneel betrad, leefde ze op straat en danste ze voor geld. Het was een zwaar en hard leven, waarin ze hoopte op een betere toekomst. Op 13-jarige leeftijd trouwde ze in 1919 met Willie Wells, maar het huwelijk was ongelukkig en eindigde binnen een jaar.
Baker begon haar carrière in de podiumkunsten op 15-jarige leeftijd in het Vaudeville in

Saint Louis. In 1921 trouwde ze met William Howard Baker en hoewel het huwelijk niet standhield, behield ze zijn achternaam omdat haar carrière inmiddels onder die naam bekendheid had gekregen. Enkele jaren later verhuisde ze naar New York City, waar ze debuteerde op Broadway. In 1925 vertrok ze naar Parijs, waar ze doorbrak met de Revue Nègre. Haar optreden, de Danse Sauvage, waarin ze in schaarse kostuums, waaronder het iconische bananenrokje, op energieke ritmes danste, maakte haar wereldberoemd. Ze trad op in de Folies Bergère en groeide uit tot een van de meest geliefde artiesten van Frankrijk. Ernest Hemingway noemde haar 'de meest sensationele vrouw die iemand ooit heeft gezien.' Eind jaren dertig had Josephine Baker de status van wereldster bereikt. Ze was een graag geziene gast op diplomatieke bijeenkomsten en verkeerde in de hoogste kringen van Europa.
Een terugkeer naar de Verenigde Staten in 1936 om te schitteren in de Ziegfeld Follies bleek geen succes. Het Amerikaanse publiek, dat niet gewend was aan het succes van een zwarte vrouw, vond haar optredens vulgair en aanstootgevend. Dit versterkte haar afkeer van racisme en haar gevoel dat ze zich niet langer Amerikaan wilde voelen. In 1937 trouwde Baker met de Fransman Jean Lion en nam ze de Franse nationaliteit aan. Dit huwelijk eindigde in 1940.
Naast haar carrière in de podiumkunsten zette Baker zich in voor mensenrechten en de strijd tegen racisme. Ze weigerde op te treden voor gesegregeerde zalen en streed voor gelijke rechten in de Verenigde Staten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde ze een belangrijke rol in het Franse verzet. Door haar beroemdheid had ze toegang tot diplomatieke evenementen, waar ze nazi's afluisterde en geheime berichten verzamelde. Ze schreef informatie met onzichtbare inkt op bladmuziek en smokkelde documenten in haar kleding. Voor haar moedige verzetswerk werd ze onderscheiden met het Croix de Guerre en benoemd tot Chevalier de la Légion d'Honneur.
Baker was openlijk biseksueel en had relaties met zowel mannen als vrouwen. Ze had affaires met blueszangeres Clara Smith, schrijfster Colette en kunstenares Frida Kahlo. Ze schuwde het niet om de conservatieve normen van haar tijd uit te dagen en sprak zich openlijk uit over haar seksualiteit. Ondanks haar openheid kreeg haar liefdesleven met vrouwen weinig aandacht in de media. Zelf zei ze hierover: "Ik ben niet immoreel, ik ben alleen natuurlijk." Het nummer J'ai Deux Amours (Ik heb twee liefdes), dat ze in 1930 voor het eerst zong, wordt soms gezien als een verwijzing naar haar biseksualiteit. Haar geadopteerde zoon Jean-Claude Baker vermeldde in zijn biografie ook andere vrouwelijke geliefden, waaronder Evelyn Sheppard, Bessie Allison en Mildred Smallwood.

In 1947 trouwde Baker met de Franse orkestleider Jo Bouillon. Dit huwelijk bood hen beiden vrijheid en bescherming: Bouillon was homoseksueel en dit zogenaamde 'lavendelhuwelijk' (een huwelijk dat werd aangegaan om de seksuele geaardheid van een echtelied te beschermen) stelde hem in staat zijn eigen relaties te onderhouden terwijl hij binnen het huwelijk beschermd bleef. Samen adopteerden ze twaalf kinderen van verschillende nationaliteiten en noemden hun gezin de 'Regenboogfamilie.' Baker wilde hiermee bewijzen dat kinderen van diverse etnische en religieuze achtergronden vreedzaam kunnen samenleven. Samen met de Nederlandse kinderboekenschrijver Piet Worm schreef ze het kinderboek De Regenboogkinderen. Hoewel Baker zelf open was over haar seksualiteit, had ze aanvankelijk moeite met de homoseksualiteit van haar geadopteerde zoon Jarry. Ze stuurde hem tijdelijk weg uit angst voor de invloed op zijn broers en zussen, maar later in haar leven verzoende ze zich met hem.
In de jaren 1950 en 1960 zette Baker zich met hernieuwde energie in voor de burgerrechtenbeweging in de Verenigde Staten. Ze weigerde op te treden in gesegregeerde zalen en sprak zich openlijk uit tegen discriminatie. In 1963 nam ze deel aan de beroemde 'March on Washington', waar ze als enige vrouw een toespraak hield. Na de moord op Martin Luther King Jr. werd haar gevraagd zijn rol over te nemen in de burgerrechtenbeweging, maar ze weigerde omdat ze vond dat haar kinderen haar nog nodig hadden.
Josephine Baker overleed op 12 april 1975 in Parijs, enkele dagen na de succesvolle première van een revue die een eerbetoon was aan haar 50-jarige carrière. Ze kreeg een staatsbegrafenis en werd geëerd met een 21-schoten saluut. In 2021 werd ze als eerste zwarte vrouw bijgezet in het Panthéon in Parijs, als erkenning voor haar verzetswerk, haar strijd voor gelijke rechten en haar culturele impact.
Benieuwd naar meer over specifieke facetten van het leven van Josephine Baker? Van 18 april tot 9 september is de tentoonstelling 'Josephine Baker: een leven vol verzet' te zien in het Verzetsmuseum in Amsterdam. Liever een andere vorm van entertainment? De musical 'JOSEPHINE B. - Een leven in revue', geproduceerd door De Graaf & Cornelissen Entertainment, speelt tot 31 mei 2025 in diverse theaters in Nederland.

Maartje is een gedreven archivaris en erfgoedprofessional met een passie voor het uitpluizen van geschiedenis. Ze heeft een achtergrond in Cultureel Erfgoed, gestudeerd aan de Reinwardt Academie. Maartje deelt graag haar kennis, het liefst met een insteek over historische kleding en recepten. Naast haar werk is ze een enthousiaste keukenprinses, (dakterras) moestuinhoudster en heks.
- ENGLISH BELOW -
Josephine Baker (1906-1975) is etched in collective memory as the dancer in the iconic banana skirt. Outside of her home country, the United States, she gained fame as a singer and dancer, but she is also honored for her work in occupied France during World War II and her fight against racism. HWP-writer Maartje Kramer explains why Baker deserves so much more recognition.

Born as Freda Josephine McDonald, young Josephine grew up in poverty and experienced racism and discrimination from a young age. Before stepping onto the stage, she lived on the streets and danced for money. Life was tough, and in hopes of a better future, she married Willie Wells in 1919 at just 13 years old. It was an unhappy marriage and ended within a year.
At the age of 15, Baker began her career in the performing arts in vaudeville in Saint

Louis. Her second marriage was to William Howard Baker in 1921. She kept the name Baker after their divorce, as her career was already gaining traction under that name. A few years later, she moved to New York City, where she made her Broadway debut. In 1925, she left for Paris, where she rose to fame with the Revue Nègre. Her performance of the Danse Sauvage, in which she wore revealing costumes—including the iconic banana skirt—while dancing to intense rhythms, made her world-famous. She performed at the Folies Bergère and became one of the most popular entertainers in France. Ernest Hemingway called her "the most sensational woman anyone ever saw." By the late 1930s, Josephine Baker had achieved global stardom. She was a welcome guest at embassy parties, placing her among Europe's elite.
A return to the United States in 1936 to star in the Ziegfeld Follies was unsuccessful. The American audience found her performances—so beloved in Europe—vulgar and offensive. At the time, America was not ready for a Black woman to be so successful. This deepened her resentment of racism and reinforced her feeling that she did not want to be American. In 1937, Baker married Frenchman Jean Lion, acquiring French nationality. This marriage ended in 1940.
Beyond her career in the performing arts, Baker was dedicated to human rights and anti-racism. She refused to perform in segregated venues and fought against racism in the United States. During World War II, she contributed to the French Resistance by using her celebrity status to gather intelligence and smuggle secret messages. She eavesdropped on Nazis at embassy parties, writing down the information in invisible ink on her sheet music. She also smuggled documents in her underwear. For her resistance work, she was awarded the Croix de Guerre and named Chevalier de la Légion d'Honneur.
Baker was openly bisexual and had relationships with both men and women, including blues singer Clara Smith, writer Colette, and artist Frida Kahlo. She was not afraid to defy the conservative norms of the time and openly expressed her sexuality. However, the media rarely reported on her relationships with women. She once said, "I am not immoral, I am only natural." The song J'ai Deux Amours (I Have Two Loves), which Baker first performed in 1930, can be seen as a reference to her bisexuality. One of her adopted sons, Jean-Claude Baker, mentioned other female lovers in his biography about her, including Clara Smith, Evelyn Sheppard, Bessie Allison, and Mildred Smallwood.

Her last marriage was to French orchestra conductor Jo Bouillon in 1947. It was a 'lavender marriage' (a marriage that was entered into to protect the sexual orientation of one or both spouses) in which they both found safety and freedom. Bouillon was actually gay, and through the protection of this 'lavender marriage', he could still be with men while remaining socially shielded. Together, they adopted twelve children of different nationalities and called their family the 'Rainbow Tribe'. Baker wanted to prove that children of various ethnicities and religions could live together as siblings. She co-wrote the children's book The Rainbow Children with Dutch author Piet Worm. Baker and Bouillon divorced in 1961.
Although Baker was open about her own sexuality, she did not immediately accept the homosexuality of her adopted son Jarry. When she discovered he was in a relationship with another boy, she sent him away, fearing he would "corrupt" his siblings. However, she later reconciled with him.
In the 1950s and 1960s, Baker renewed her efforts in the fight against racism in the United States. She refused to perform in segregated venues and openly spoke out against discrimination. In 1963, she participated in the famous 'March on Washington', where she was the only woman to give a speech. After the assassination of Martin Luther King Jr., she was asked to take his place as a leader in the civil rights movement, but she declined, believing her children were too young to lose their mother.
Josephine Baker passed away on April 12, 1975, in Paris, just days after the successful premiere of a new revue featuring routines from her 50-year career. She received a state funeral and was honored with a 21-gun salute. In 2021, she became the first Black woman to be interred in the Panthéon in Paris, in recognition of her resistance work, her fight for equality, and her societal impact.
Curious to learn more about the turbulent life of Josephine Baker? From April 18 to September 9 this year, the exhibition 'Josephine Baker: A Life of Resistance' will be on display at the Dutch Resistance Museum in Amsterdam. Prefer a different kind of entertainment? The musical 'JOSEPHINE B. - A Life in Revue', produced by De Graaf & Cornelissen Entertainment, will be touring various venues in the Netherlands until May 31, 2025.

Maartje is a passionate archivist and heritage professional with a passion for teasing out history. She has a background in Cultural Heritage, studied at the Reinwardt Academy. Maartje enjoys sharing her knowledge, preferably with an insert on historical clothing and recipes. Besides her work, she is an enthusiastic kitchen princess, (rooftop) vegetable gardener and witch.
Comments