
DE SPAANSE KONINGIN
EN DE NEDERLANDSE GESCHIEDENIS
door Marlot Akkermans
IN HET VIJFTIENDE EEUWSE SPANJE leest een meisje over het ongelooflijke leven van Jeanne d’Arc en ze voelt: ook mijn leven heeft een doel. Deze jonge vrouw is Isabella I (1451-1504).
Simone van der Vlugt schreef een historische roman over het leven dit meisje, dat later koningin van Castilië zou worden. Want waarom – zo vroeg Van der Vlugt zich af – zingen we over ‘de koning van Hispanje’ in Het Wilhelmus? Om dat te begrijpen, neemt ze ons mee naar de late middeleeuwen. Deze periode vol politiek gekonkel en verstrekkende religieuze beslissingen brengt Van der Vlugt op knappe wijze tot leven in haar nieuwe boek Kruistocht van een koningin. Persoonlijke en politieke beslissingen wisselen elkaar in hoog tempo af, zonder dat de mensen die achter die afwegingen schuilgaan, vergeten worden. Het hoge verteltempo en de aandacht voor ‘de mens’ maakt deze roman boeiend van de eerste tot de laatste bladzijde.
Om de relevantie van Isabella voor Nederland duidelijk te maken, is een korte familieschets noodzakelijk. Eén van de dochters van Isabella is Juana en zij trouwt met Filips de Schone. Filips is een zoon van Maria van Bourgondië, die, onder andere, de Lage Landen bestuurt. Met het huwelijk tussen Filips en Juana komen de verhalen van het huidige Spanje en Nederland bij elkaar. Hun zoon, Karel V, is de vader van de Spaanse koning tegen wie Willem van Oranje in opstand komt: Filips II. En ziedaar: ‘de koning van Hispanje’.
Met het levensverhaal van Isabella I gaat Van der Vlugt dus helemaal terug naar de basis van Nederland zoals wij dat kennen – op zich al een prestatie. Maar dat ze dat heeft gedaan op een manier waardoor middeleeuwse politieke en religieuze overwegingen begrijpelijk en interessant worden én Isabella I als koningin, feministe avant la lettre, echtgenote en moeder geportretteerd wordt, vind ik ongelooflijk knap. Wat een boek!
Marlot Akkermans is docent geschiedenis aan de Hanzehogeschool in Groningen. Op haar Instagrampagina @marlot.geschiedenis deelt ze haar passie voor geschiedenis en haar dagelijks leven als docent. Ze is gastschrijver voor Historical Women Project.

IK VIND HET HEERLIJK OM IN JOUW WERELD ROND TE LOPEN, VASHTI BUNYAN
door Jasmijn Groot
ROMMELMARKTEN blijven altijd een beetje achennebbisj aangelegenheden. Tenzij je die ene zeldzame schat weet te vinden. Afgelopen weekend was ik met een vriendin op een rommelmarkt in Zaandam, waar dat precies het geval was. De ruimte was net een beetje te TL-verlicht, de koopwaar deed net een beetje te veel denken aan de sweatshops van SHEIN. Totdat ik bij de kraam van een vriendelijke ondernemer uit het niets een CD spotte temidden van een lange rij willekeurig uitgestalde muziekdragers. Uit complete ongeloof moest ik het album van heel dichtbij inspecteren op echtheid. Om vervolgens hardop uit te schreeuwen: “Dit meen je niet!” Ik hield een kopie van Vashti Bunyans debuutalbum Just Another Diamond Day in mijn hand. Verkoper en vriendin keken me allebei met opgeheven wenkbrauwen aan. Want, sorry, over wie heb je het?
Vashti Bunyan is één van die artiesten die eind jaren 1960 één album heeft uitgegeven, waarna we niks meer van haar hebben gehoord. En dat terwijl het allemaal zo veelbelovend begon. De in 1945 in Newcastle upon Tyne geboren Bunyan, raakte na een tripje naar New York City op haar achttiende in de ban van Bob Dylans muziek en vond dat zij haar roeping had gevonden: ze wilde muzikant worden. Zó dik had ze het van de muziek te pakken, dat ze een jaar later van de Ruskin School of Art in Oxford werd getrapt, omdat ze zich te veel op de muziek richtte en te weinig op de kunst.
Gelukkig - en toevallig - kende een vriendin van Bunyans moeder de manager van de Rolling Stones, Andrew Loog Oldham, die voor haar wel een plek had bij zijn platenmaatschappij. De toen nog piepjonge Marianne Faithfull, die vorige week op 78-jarige leeftijd is overleden, was na succesvolle hits als As Tears Go By weggegaan om te trouwen en moeder te worden. Bunyans eerste single onder Loog Oldhams vleugels was meteen het door Mick Jagger en Keith Richards geschreven Some Things Just Stick In Your Mind, met gitaarpartij van Jimmy Page, de latere gitarist van Led Zeppelin.
Vanaf 1967 reisde Bunyan samen met haar vriendje en gelijkgestemden door de Schotse Hooglanden om onderdeel te worden van een commune van artiesten en muzikanten. Bunyan raakte geïnspireerd door de Spartaanse levenswijze van de Schotse vrouwen, hun zelfverzonnen sprookjes en hun oude liedjes gezongen in het Gaelic. Eind 1969 zette ze in Londen haar veertien zelfgeschreven composities op de gevoelige plaat onder begeleiding van de Amerikaanse producer Joe Boyd. Just Another Diamond Day was geboren.
De plaat kreeg goeie recensies, maar had moeite om het grote publiek te vinden en werd een commerciële mislukking. Bunyan, die het vertrouwen in haar eigen kunnen compleet kwijt was geraakt, legde zich toe op haar relatie, keerde terug naar het noorden, en werd moeder van drie kinderen. Zonder dat ze het wist werd haar plaat een cultklassieker, waar aan het einde van de 20ste eeuw op online markten duizenden dollars voor werd gevraagd. Just Another Diamond Day werd in 2000 opnieuw uitgebracht op CD, waardoor het nieuwe folkartiesten bereikte. De Venezuelaanse artiest Devendra Banhart schreef Bunyan een jaar later om advies, waardoor ze een herintrede in de muziekwereld kon beginnen. In 2005 bracht ze na 35 jaar haar tweede album uit, Lookaftering.
Bunyans muziek is het beste te typeren als dromerige en lichthartige folkmuziek. Haar liedjes maken het verlangen van de zestigerjaren hippies om zich weer te kunnen verwonderen over de wereld voelbaar. Je zou bijna in je eigen kar en wagen naar Schotland trekken om daar in de natuur te leven. Nee, het gevoel dat ik krijg als ik Just Another Diamond Day opzet wordt het beste verwoord door het nummer I'd Like To Walk Around In Your Mind. Als ik Vashti Bunyan opzet, wil ik alleen nog maar in haar wereld rondlopen.

Jasmijn Groot is genderhistorica en oprichter van Historical Women Project. Ze publiceert artikelen voor onder andere Opzij en Winq en stelt haar expertise over gender en vrouwengeschiedenis ter beschikking aan verschillende media.


BUNYANS MUZIEK VOELT ALS HET VERLANGEN OM JE OVER DE WERELD TE VERWONDEREN
Just Another Diamond Day
DE FOLTERING VAN ENTGEN LUIJTEN
door Marlot Akkermans
LIMBURG, 1674. Een 74-jarige vrouw wordt op vernederende wijze verhoord. De aanklacht: hekserij en tovenarij. Een koe van haar buurman is gestorven. Een dorpsgenote werd onwel na een ontmoeting met de vrouw. Een man is ziek geworden nadat hij uit hetzelfde glas had gedronken als de vermeende heks. De vrouw heet Entgen Luijten. De aanklager, Herman Tacken, heeft genoeg gehoord en beschuldigt Entgen officieel van hekserij.
In de aangrijpende roman De heks van Limbricht beschrijft Susan Smit de beschuldiging, het verhoor, de foltering en de uiteindelijke dood van Entgen Luijten; de laatste vrouw die op Nederlands grondgebied werd beschuldigd van hekserij. In het jaar 1674 is Antoni van Leeuwenhoek, de nu wereldberoemde microbioloog, 42 jaar oud. Maria Sybilla Merian werkt aan haar carrière als ’s werelds eerste ecoloog. Joost van den Vondel’s treurspel Lucifer is allang in première gegaan. Wetenschap en kunsten floreren. Dit is de ‘Gouden Eeuw’. Toch ontstond tussen 1550 en 1650 een hevige opleving van heksenvervolgingen.
In De heks van Limbricht wisselen heden en verleden elkaar op dynamische wijze af. Het raamwerk wordt gevormd door Entgen’s opsluiting in de kille kerker van kasteel Limbricht. Gedachten en herinneringen uit haar nabije en verre geschiedenis vullen de lange en eenzame dagen. Soms wordt ze bezocht voor een onterend onderzoek of ondervraging. Ze wordt gefolterd. Haar 74-jarige lijf wordt kapotgemaakt. Toch bekent ze niet - en dat is problematisch voor de aanklager, want nu kan er geen straf opgelegd worden. Dan overlijdt ze in de kerker, artsen concluderen dat ze is gewurgd. De aanklager beweert dat Entgen zelfmoord heeft gepleegd en beschouwt dat als schuldbekentenis. Haar bezittingen worden verkocht. Ze wordt anoniem begraven op het galgenveld. Haar zes kippen en een hoender gaan naar Herman Tacken.
Het volledige procesdossier van Entgen Luijten waarop Smit haar roman heeft gebaseerd, is bewaard gebleven. Smit draagt de naam ‘heks’ inmiddels als geuzennaam en heeft het haar missie gemaakt te strijden voor postuum eerherstel van slachtoffers van heksenjachten.
Marlot Akkermans is docent geschiedenis aan de Hanzehogeschool in Groningen. Op haar Instagrampagina @marlot.geschiedenis deelt ze haar passie voor geschiedenis en haar dagelijks leven als docent. Ze is gastschrijver voor Historical Women Project.

EEN BELANGRIJKE STEM IN DE
GESCHIEDENIS VAN DE HOLOCAUST
door Marjonne Maan
ETTY HILLESUM (1914-1943) is een van de meest bewonderde vrouwen uit de moderne geschiedenis. Ze wordt bewonderd om haar innerlijke kracht tijdens de gruwelijke Jodenvervolging door de nazi's in Nederland. Maar ze was zeker niet naïef. “Het gaat om onze ondergang en onze vernietiging, we hoeven ons geen illusies te maken,” schreef ze op 3 juli 1942 in haar dagboek. Deze dagboeken vormen de basis voor de biografie die Judith Koelemeijer over haar schreef. In dit goed geschreven boek beschrijft zij de geestelijke ontwikkeling die Hillesum doormaakte tijdens de oorlog.
Terwijl de nazi's haar vrijheid bedreigden, raakte Etty Hillesum ervan overtuigd dat ze de ware vrijheid alleen in zichzelf kon vinden. Meer en meer, schrijft Koelemeijer, vertrouwde ze erop dat ze het gevaar van buitenaf geestelijk kon weerstaan “en dat er, ondanks de voortdurende beperking van haar vrijheden, een ruimte in haar groeide waar ze altijd een toevluchtsoord kon vinden. Er was geen ander antwoord op de terreur, vertelde ze zichzelf, dan de weg naar binnen te volgen en de haat uit te roeien waar die begon: in de harten van
mensen, te beginnen bij zichzelf.”
Etty Hillesum koos ervoor om niet onder te duiken, hoewel ze daar verschillende kansen voor kreeg. Ze vond dat ze het collectieve lot van de Joden in solidariteit moest aanvaarden en ondergaan. Op aandringen van haar broer Jaap besloot ze toch voor de Joodsche Raad te gaan werken. Ze vond het werk van de Joodsche Raad zinloos en onlogisch. Toch zag ze wel een rol voor zichzelf weggelegd: in doorgangskamp Westerbork heeft ze als lid van de Joodsche Raad veel mensen geestelijk ondersteund en tot het einde toe bemoedigd.
Op 7 september 1943 werd Etty zelf op transport gesteld naar Auschwitz. Dit transport bestond uit 987 mensen. Slechts 6 van hen overleefde het.
Etty Hillesum is een belangrijke stem in de Nederlandse literatuur en in de geschiedenis van de Holocaust. Zij verdient het dat haar leven door middel van deze biografie toegankelijk wordt gemaakt voor een breder publiek.
-modified.png)
Marjonne Maan is historicus, leraar en schrijver. Ze schrijft en geeft lezingen over het beladen oorlogsverleden van haar familie, daderschap en onderwijs.
Ze is gastschrijfster voor Historical Women Projectt

OUDHEIDSHELDINNEN
door Jasmijn Groot
SOMS, heel soms, heb je gewoon ontzettende mazzel. Een aantal weken geleden werd ik tijdens een workshop aan de Vrije Universiteit vriendelijk uitgenodigd door twee deelnemers om mijn lunch met hen te nuttigen. We wisselden tijdens onze maaltijd de hilarisch venijnige opmerkingen die Gore Vidal richting zijn collega schrijvers afvuurde uit, vooral die aan Truman Capote, wiens alcoholisme en excentriciteit we ook meteen maar bespraken. Pas toen we de zaal weer ingingen realiseerde ik me dat ik net had geluncht met één van mijn heldinnen, Mieke de Vos.
Mieke de Vos is classica en vertaalster, en bovendien schrijfster van één van mijn favoriete boeken over vrouwen uit de klassieke oudheid, Ik verlang en sta in brand, dat ik in 2020 mocht recenseren voor Jonge Historici. In dit boekje behandelde ze negen dichteressen uit de antiek Griekse en Romeinse wereld, die iedere vrouwengeschiedenisliefhebber moet kennen. Maar De Vos vertelde niet alleen wat we nog over hen weten. Ze benadrukte dat deze dichteressen stuk voor stuk verschillend waren en ze legde uit dat hun vrouwzijn het enige is wat hen verbindt - één van de belangrijke lessen die ik als genderhistorica uit dit boekje heb gehaald.
Samen met onze andere lunchpartner, Michiel
Leezenberg, filosoof en docent aan de afdeling Wijsbegeerte van de UvA, presenteerde Mieke tijdens de workshop een nieuw boek vol heldinnen uit de Oudheid, Zorg goed voor je ziel: vrouwelijke Griekse filosofen van Theano tot Hypatia. In dit werk plaatsen zij vrouwen terug in de antieke filosofische traditie en behandelen ze naar de in de titel genoemde filosofen nog 10 andere individuen: Cleobulina, Aesara van Lucania, Perictione, Myia, Phintys, Melissa, Hipparchia, Cleopatra de alchemsit, Ptolemaïs, Macrina de Jongere en Sosipatra. Wederom draaien hun biografieën er niet alleen om wat we nog over hen weten en wat er van hun traktaten is overgebleven. De Vos en Leezenberg zetten ook uitgebreid uiteen wat hun mannelijke collega's ervan vonden dat vrouwen filosofie bedreven en hoe zij over hun werk dachten. Daarnaast behandelen ze hun eeuwenlange en bijzonder uitgebreide Nachleben, vooral onder academici: hoe zij hebben gediscussieerd over de private sfeer van vrouwen in het oude Griekenland, hoe hun werk de publieke sfeer van mannen betrad, en in hoeverre we zeker kunnen zijn dat we hier wel te maken hebben met vrouwen.
Voor liefhebbers van het eerdere werk van De Vos over vrouwengeschiedenis is dit nieuwe boekje als een warm bad!
Jasmijn Groot is genderhistorica en oprichter van Historical Women Project. Ze publiceert artikelen voor onder andere Opzij en Winq en stelt haar expertise over gender en vrouwengeschiedenis ter beschikking aan verschillende media.

SEI SHONAGON
EN HET HOOFDKUSSENBOEK
door Sebastiaan Coops
HET HOF van keizerin Teishi (977-1001) had een sfeer van verfijning en intellect. De keizerin omringde zich met getalenteerde hofdames, die bijdroegen aan een uitstekend literair klimaat. De pen was hun zwaard, en in deze bloeiperiode van de Japanse literatuur werden verschillende meesterwerken door vrouwen geschreven. Het is zelfs algemeen aangenomen dat de eerste Japanse roman, Genji Monogatari (Het verhaal van Genji), werd geschreven door een van haar hofdames, Murasaki Shikibu, rond het jaar 1000.
Een andere opvallende schrijfster aan het hof van Teishi was Sei Shonagon (966-1017), van wie Makura no Sōshi – in het Nederlands bekend als Het hoofdkussenboek – nog steeds wereldwijd wordt gelezen, zelfs 1000 jaar na het verschijnen ervan. Het werk wordt tegenwoordig beschouwd als een toonbeeld van verfijnd en scherpzinnig schrijven. In dit boek brengt Shonagon de hofcultuur tot leven, van roddels en intriges tot buitengewone gebeurtenissen, alles gebracht vanuit haar persoonlijke observaties en humor. Ze schrijft in de vorm van anekdotes, korte aantekeningen en lijstjes, zonder vaste chronologische volgorde. Het resultaat is dat het hof van Teishi lijkt te zweven in een tijdloze ruimte. Door deze losse structuur blijft het hof, ondanks het verdwijnen van de politieke context, een plek van waardigheid.
Het hoofdkussenboek heeft ook een opstandige ondertoon. Shonagon, als vrouw, gebruikte het formele Chinees – een taal die traditioneel alleen door mannen werd beheerst. Murasaki Shikibu, die haar collega was aan het hof, schreef spottend over haar Chinese teksten,
waarin volgens haar talloze fouten stonden: "Ze heeft een buitengewone lucht van zelfvoldoening, maar wie haar Chinese teksten leest, ziet de fouten." Ze verwijst ook
naar Shonagons voortdurende poging om anders te zijn dan anderen, en vraagt zich af hoe het goed met haar kan aflopen.
Hoe het precies afloopt met Sei Shonagon, weten we niet. We kennen haar alleen van haar eigen werk. Wat we daaruit halen, is haar scherpe geest, humor, opmerkzaamheid en de durf om soms de gang van zaken te ondermijnen. Waar in Genji Monogatari de vrouwen vaak onderworpen zijn aan de liefdesavontuurtjes van de mannelijke hoofdpersoon, zijn het in Shonagons werk juist de vrouwen die het heft in handen hebben. Wie anders kan dag en nacht het hele paleis doorlopen dan een vrouw, zoals ze meteen aan het begin van haar boek beschrijft? Ook zijn het vaak de mannen die als aandoenlijk of zelfs lachwekkend worden neergezet, terwijl de vrouwen niet zelden het middelpunt van het hof lijken te vormen. Neem bijvoorbeeld het moment waarop een adellijke heer uit de machtige Fujiwara-familie achter haar ossenkar aanrent in de regen. Volgens Shonagon zag hij eruit "heel aandoenlijk, met een kalmoestak in zijn hand."
De stijl van het boek is luchtig, en het lijkt wel alsof er 1000 jaar verdwijnen wanneer je lacht om Shonagons gevatte opmerkingen of mee droomt over de lente. Wie iets wil leren over de geschiedenis van vrouwen, zou Het hoofdkussenboek zeker moeten lezen. Het laat zien dat vrouwen, ook 1000 jaar geleden, nooit de stille, ondergeschikte figuren waren die vaak aan hen worden toegeschreven. Hoe heerlijk is het om te ontdekken dat dit niet het geval was! In het Nederlands is er een uitstekende vertaling van Jos Vos, die het boek direct uit de Japanse bronnen vertaalde. Volgens verschillende recensenten is zijn vertaling zelfs beter dan vele Engelstalige versies.

Sebastiaan Coops is een historicus en schrijver voor Historical Women Project. Tijdens zijn studie geschiedenis en Azië-studies aan de Universiteit Leiden heeft hij zich veel beziggehouden met Nederlandse koloniale geschiedenis, met een bijzondere interesse in materiële geschiedenis.