HUISJE, BOOMPJE, BEESTJE
- Jasmijn Groot
- 20 mrt
- 14 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 2 dagen geleden
door Jasmijn Groot -

Zevenentwintig was ik, toen vrienden, familie en kennissen opeens de druk om te settelen, trouwen en kinderen te krijgen opvoerden. Wat ze niet wisten – of beter gezegd, wat ze niet wilden horen - was dat het van mij allemaal niet zo hoeft. Ik ben heel content in mijn eentje. Maar die overtuiging houdt niet altijd even goed stand. ‘Niemand wil alleen eindigen’ of ‘we zijn gemaakt om ons voort te planten’ zijn uitdrukkingen die ik nog altijd vaak te horen krijg. Getverderrie! Gelukkig hebben de afgelopen jaren steeds meer vrouwen laten horen dat de tegelspreuk ‘huisje boompje beestje’ niet voor iedereen heilig is.
‘Zeventwintig is een topleeftijd,’ zei mijn ietwat dronken medestudent Fieneke zo’n negen jaar geleden tegen me tijdens een studentenfeestje. ‘Er gaat een stoelendans plaatsvinden in jouw leeftijdscategorie. Jullie gaan de druk voelen om te settelen. Sommigen zijn er zeker van dat ze samen zijn met de juiste persoon. Anderen gaan twijfelen of ze wel de rest van hun leven samen willen blijven met hun huidige partner. Die gaan allemaal uit elkaar. Maar dat is alleen maar goed voor jou! Want tussen die nieuwe single mensen zit de partner van jouw dromen!’
Fienekes optimisme was best aanstekelijk. De voldaanheid in haar stem, omdat ze zelf drieëntwintig was en zich nog lang niet zo triest was als ik, was een afknapper. Helaas was ze niet de enige die zeventwintig de perfecte leeftijd vond om te settelen. Opeens werd ik bijna dagelijks gevraagd wanneer ik eindelijk eens ging trouwen of wanneer mijn ouders nou eens grootouders zouden worden. De bemoeienis stak des te meer, omdat mijn jongere zusje, die toen al een decennium samen was met haar partner, en dus veel dichter bij het huwelijk en kinderen was dan ik, die vragen nooit kreeg. Het kostte me behoorlijk wat kracht om me niet minderwaardig te voelen en mijn eigen regels op te stellen. Maar ik heb het wel gedaan. Ik hoef geen relatie of kinderen om gelukkig te zijn – sterker nog: ik ben het gelukkigst in mijn eentje.


Kookboekauteur Emma de Thouars en freelancejournalist Lizzy van Hees zijn allebei net zo single als ik. Samen zijn ze de podcast Steeds meer singles begonnen en ze brachten eerder dit jaar hun boek Single: alles wat je moet weten om een buitengewoon leven voor jezelf op te bouwen uit. De Thouars en Van Hees zijn duidelijke fans van de serie Sex and the City, de revolutionaire serie over vier single vrouwen in New York City, die door één van haar hoofdrolspeelsters Kim Cattrall al liefkozend ‘a valentine to being single’ werd genoemd. Regelmatig komt het langs als inspiratiebron. Maar twintig jaar na de uitzending van de laatste aflevering valt het De Thouars en Van Hees op dat single mensen nog steeds niet gelijkwaardig zijn aan mensen die onderdeel zijn van een romantisch stel.
De schrijfsters laten zien dat dit verder gaat dan de maatschappelijke onderwaardering van de alleenstaande mens - dat gevoel dat je als single volwassene vaak vanuit je omgeving meekrijgt dat je alleen niet goed genoeg bent. Er zijn ook praktische nadelen aan alleenstaand zijn. De regering beloont romantische stellen met belastingvoordelen, toeslagen en uitkeringen. Aan alleenstaanden denkt het niet vaak. Het bedrijfsleven doet precies hetzelfde. Denk bijvoorbeeld aan maaltijdbereiding en vakanties: ze zijn voordeliger voor stellen. En dat terwijl stellen steeds vaker op twee salarissen kunnen teren. Of dat het aantal alleenstaanden alleen maar toeneemt.
“Met hun boek Single brengen De Thouars en Van Hees een ode aan alleenstaanden"
De Thouars en Van Hees geven, totdat de regering en het bedrijfsleven daar hun ogen voor openen, goeie handvaten mee waarmee single lezers hun levens zo leuk en gemakkelijk mogelijk kunnen maken. Wat misschien nog waardevoller aan hun boek is, is dat ze verschillende mensen aan het woord laten die om even verschillende redenen alleenstaand zijn. Sommigen zijn single uit overdachte keuze, anderen door puur ongeluk. De één vindt geruststelling en gemeenschap in religie, de ander vindt het moeilijker geworden om weer te gaan daten met de intrede van datingapps. Het is verfrissend om even uit je eigen single leven bubbel te stappen en in die van anderen kunt kijken.
Er is alleen één klein foutje in het boek van De Thouars en Van Hees te vinden dat geadresseerd moet worden. Om hun punt te maken dat vrijgezelle vrouwen fantastische dingen kunnen bewerkstelligen, zeggen De Thouars en Van Hees dat Aletta Jacobs, Nederlands eerste vrouwelijke arts en sleutelfiguur tijdens de eerste feministische golf, haar hele leven vrijgezel was. Maar dat was ze niet. Aletta sloot in 1884 een zogenaamd vrij huwelijk met Carel Gerritsen en was van 1892 tot 1905 met hem voor de wet getrouwd. Het is een fantastisch idee om voorbeelden van historische vrijgezelle vrouwen te noemen die hebben bijgedragen aan de Nederlandse maatschappij. En daar zijn er zat van. Suze Groeneweg, Corry Tendeloo en Marga Klompé zijn geweldige voorbeelden. Aletta Jacobs is er gewoonweg niet één van.


De kritiek van De Thouars en Van Hees is
desalniettemin terecht. Alleenstaande mensen zijn objectief gezien slechter af zijn mensen die een romantische relatie hebben. ‘Wij leven in een wereld die is ingericht op het gezin,’ zegt ook historica Lotte Houwink ten Cate. En in haar essay De Mythe van het Gezin betoogt ze dat we weleens van die standaard mogen afstappen.
Niet alleen is Houwink ten Cates argumentatie ijzersterk en waterdicht. Ze geeft ook woorden aan de fenomenen waar veel vrouwen zich in haar essay in zullen herkennen, maar die ze niet konden benoemen. Of waar ze zich moederziel alleen in voelden. Dat ze continue het gevoel krijgen dat ze van de norm afwijken, bijvoorbeeld, omdat hun kerngezin niet (meer) compleet is. Terwijl ze zichzelf gelukkig wanen en voordelen ervaren aan hun eigen persoonlijke situatie. De idealisering van het kerngezin gaat hand in hand met het pathologiseren van degenen die het niet hebben, stelt Houwink ten Cate. Bovendien is de mythe van het gezin tegenstrijdig, problematisch en historisch inaccuraat.
“In haar essay De mythe van het gezin stelt Lotte Houwink ten Cate dat het kerngezin geen natuurwet is, maar een vrucht van de geschiedenis”
Om dat in beeld te brengen, brengt Houwink ten Cate veel punten naar voren, die in een korte recensie moeilijk samen te vatten zijn. Wat ik persoonlijk het meest interessant vind, is dat Houwink ten Cate met haar essay uitlegt dat veel dingen die wij als mensen vanzelfsprekend vinden dat helemaal niet zijn. Zo wordt het bijna als een natuurwet gezien dat elk mens zich op een zekere leeftijd toe gaat leggen op een levenslange monogame relatie, kinderen krijgt en voor de rest van diens leven onderdeel is van een kerngezin. Houwink ten Cate toont aan dat dit slechts een concept is dat ongeveer twee- à driehonderd jaar geleden zijn intrede deed, tijdens de Industriële Revolutie. Het is een belangrijk overkoepelend argument in haar betoog en een belangrijk uitganspunt waaruit ze uitlegt hoe we de mythe hebben gevormd, waar we er zo graag in blijven geloven, maar ook op welke maniern die schadelijk is.
Het essay telt in totaal een kleine honderd pagina’s. En in die honderd pagina’s komt heel veel informatie voorbij. Om nog maar te zwijgen over de referenties naar het werk van derden. De stroom aan feiten voelt soms overweldigend aan. Om die reden moest ik het boekje zelf soms even neerleggen. Dat neemt niet weg dat ik het met elk van Houwink ten Cates argumenten en standpunten volledig eens ben. En dat ik me kan voorstellen hoeveel vrouwen zich gesterkt zullen voelen na het lezen van haar essay, mijzelf inclusief.


Niet alleen het kerngezin is een mythe. Ook het
idee dat elk mens – en vooral: elke vrouw – kinderen wil, moet, en zal krijgen, zit er in onze maatschappij nog behoorlijk ingebakken. Illustratrice Marloes de Vries stelt net als Houwink ten Cate dat er aan het ideaal van de vruchtbare vrouw die kinderen hoort te krijgen een even pathologiserende tegenhanger vastzit. Dit illustreert ze aan de hand van het feit dat er talloze boeken op de markt te verkrijgen zijn die zich richten op vrouwen die moeder willen worden. De Vries biedt daarom aan hen die dat niet willen (of er nog over twijfelen) haar alternatief Kinderen krijgen is optioneel: waarom niet alle vrouwen moeder willen worden.
De Vries zorgt meteen voor een warme binnenkomer. Op de binnenkant van de kaft heeft ze een galerij getekend vol vrouwen die er bewust voor hebben gekozen geen moeder te worden en die daar prima gelukkig mee zijn geworden. Dolly Parton, Katharine Hepburn, Georgia O’Keeffe, Virginia Woolf, Simone de Beauvoir, Betty White. Het is een heel sterk visueel middel om de lezeressen meteen het gevoel mee te geven dat ze niet de enigen zijn.
Het boek is daarna overzichtelijk in drieën opgedeeld. In het eerste gedeelte richt De Vries zich op het persoonlijke keuzeproces van de lezeres, beginnend bij de verschillende termen die je kunt kiezen (ben je bijvoorbeeld ‘bewust kinderloos’ of ‘kindvrij’?), maar ook de vele redenen die voor jou doorslaggevend kunnen zijn om het moederschap aan je voorbij te laten gaan. Daarbij geeft De Vries steeds de geruststelling mee dat de keuze om geen kinderen te krijgen en de redenen daarvoor net zo valide zijn als die van vrouwen die wél kiezen voor het moederschap.
In het tweede gedeelte keert ze zich tot onze omgeving. Want laten we eerlijk zijn: het gaat er nog steeds bij veel mensen niet in dat niet moeder worden ook gewoon een optie is. De Vries geeft handige tips mee om jezelf te weren tegen mensen die hun weerwoord klaar hebben en je leven zodanig in te richten dat je jezelf alleen maar kunt sterken in je eigen je eigen keuze. En in het derde deel geeft De Vries de mogelijkheid om na te denken over de toekomst. De hele tijd een oppas moeten regelen, ouderavonden bijwonen en ‘s ochtends vroeg naar zwemles rijden zijn allemaal dingen die jij niet hoeft te doen als je geen ouder wordt. Wat zou je daarvoor in de plaats willen doen?
“Marloes de Vries wil met haar boek Kinderen krijgen is optioneel andere vrouwen meegeven dat hun keuze om geen moeder te worden hartstikke valide is”
Het vrolijke boekje van De Vries is een goed uitgedachte en altijd overzichtelijke combinatie van persoonlijke ervaringen, onderzoeksbevindingen en grappige illustraties, die gezamenlijk hetzelfde doel hebben: het zetten van kritische noten bij de verheerlijking van het moederschap en het creëren van ruimte om alternatieve keuzes te maken. Hier en daar ben ik wel van mening dat de toon van De Vries, die zelf kindvrij is, een behoorlijke anti-moederschap connotatie heeft. Aan de andere kant snap ik dat sentiment als mede-kindvrije vrouw heel goed. Onlangs werd ik zelf nog aangespoord om tegen mijn zin in een baby te baren om zo een romantische relatie te redden. Door iemand die weet hoe belangrijk het voor mij is om kindvrij te zijn. Ja, dan kan je het soms gewoon niet helpen dat je kwaad wordt, dat je je weer minderwaardig voelt, of dat je denkt dat er niemand naar je luistert.
Daarom is het des te belangrijker dat vrouwen als De Thouars, Van Hees, Houwink te Cate en De Vries hun werk met de wereld delen, om duidelijk te maken dat iedere vrouw haar eigen tegelspreukje kan schrijven.

Jasmijn is genderhistorica. Ze publiceert artikelen voor onder andere Opzij en Winq en stelt haar expertise ter beschikking aan verschillende multimedia. Jasmijn studeerde Geschiedenis en Oudheidkunde aan de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit.
- ENGLISH BELOW -

I was twenty-seven years old, when friends, family, and acquaintances suddenly increased the pressure for me to settle down, get married and have children. What they didn’t know—or better yet, what they didn’t want to hear—was that I don’t feel the need for any of that. I’m perfectly content on my own. But that conviction doesn’t always hold up as well. “No one wants to end up alone” or “we are made to reproduce” are expressions I still hear far too often. Yuck! Fortunately, in recent years, more and more women have raised their voice in saying that the proverbial 'white picket fence' is not sacred to everyone.
“Twenty-seven is the perfect age,” said my somewhat drunk classmate Fieneke about nine years ago at a student party. “There’s going to be a game of musical chairs in your age group. You’re going to feel the pressure to settle down. Some people are sure that they arre together with the right person. Others will start having doubts whether they want to stay with their current partner for the rest of their lives. They’re all going to break up. But that’s a great thing for you! Because among those new singles will be the partner of your dreams!”
Fieneke’s optimism was pretty contagious. The satisfaction in her voice, because she was only twenty-three back then and far from the pathetic case that I was, was a turn-off. Unfortunately, she wasn’t the only one who thought twenty-seven was the perfect age to settle down. Suddenly, I was being asked almost daily when I was going to get married or when my parents were going to become grandparents. The interference was even more painful, as my younger sister, who had been together with her partner for over a decade at that point, and was much closer to marriage and children than I was, was never asked those questions. It took a lot of strength not to feel inferior and to make up my own rules. But I did it. I don’t need a relationship or children to be happy—on the contrary, I’m happiest on my own.


Cookbook author Emma de Thouars and freelance journalist Lizzy
van Hees are both just as single as I am. Together, they started the podcast Steeds meer singles and released their book Single: alles wat je moet weten om een buitengewoon leven voor jezelf op te bouwen earlier this year. De Thouars and Van Hees are clear fans of the series Sex and the City, the revolutionary show about four single women in New York City, that one of its lead actresses, Kim Cattrall, affectionately referred to as 'a valentine to being single.' It often comes up as an inspiration. But twenty years after the airing of the final episode, De Thouars and Van Hees notice that single people are still not seen as equals to those in romantic relationships.
The authors show that this goes beyond the societal undervaluation of single people—that feeling you often get from your surrounding, that being single as an adult means you’re not good enough. There are also practical disadvantages to being single. The government rewards romantic couples with tax breaks, allowances, and benefits. Singles are often overlooked. The corporate world does the same. For example, meals and vacations are cheaper for couples. And yet couples can often rely on two incomes, while the number of single people continues to rise.
“With their book Single, De Thouars and Van Hees pay tribute to single people.”
De Thouars and Van Hees offer practical tips, so that single readers can make their lives as fun and easy as possible, until the government and the business world open their eyes to reality. What might be even more valuable to their book, is that they let various single people speak on why they are single. Some are single by choice, others due to pure bad luck. One finds comfort and community in religion, while another finds it more difficult to start dating again due to the popularity of dating apps. It’s refreshing to step out of your own single life bubble and look into the lives of others.
There is just one small mistake in De Thouars and Van Hees’s book that needs to be addressed. To make their point that single women can accomplish fantastic things, De Thouars and Van Hees claim that Aletta Jacobs, the first female doctor in the Netherlands and a key figure in the first wave of feminism, was single her entire life. However, that is not correct. Aletta entered into a so-called free marriage with Carel Gerritsen in 1884 and was legally married to him from 1892 to 1905. It’s a fantastic idea to mention historical single women who contributed to Dutch society, and there are plenty of them. Suze Groeneweg, Corry Tendeloo, and Marga Klompé are excellent examples. Aletta Jacobs simply isn’t one of them.


Nevertheless, De Thouars and Van Hees’s critique is valid.
Single people are objectively worse off than people in romantic relationships. 'We live in a world that is built for families,' says historian Lotte Houwink ten Cate. And in her essay De Mythe van het Gezin (The Myth of the Family), she argues that we should step away from that standard.
Not only is Houwink ten Cate’s argumentation solid and waterproof, but she also gives words to phenomena that many women will recognize in her essay, but were unable to articulate before. Or that made them feel completely alone. Like the constant feeling that they’re deviating from the norm, for example, because their nuclear family is (no longer) complete, even though they’re happy and experience benefits from their own personal situations. The idealization of the nuclear family goes hand in hand with pathologizing those who don’t have it, says Houwink ten Cate. Moreover, the myth of the family is contradictory, problematic, and historically inaccurate.
“In her essay De Mythe van het Gezin, Lotte Houwink ten Cate argues that the nuclear family is not a law of nature but a product of history.”
To illustrate this, Houwink ten Cate presents many points that are hard to summarize in a short review. What I personally find most interesting is that Houwink ten Cate explains that many things we take for granted as human beings are actually not inherent. For instance, it’s almost seen as a law of nature that every person will eventually settle into a lifelong monogamous relationship, have children, and be part of a nuclear family for the rest of their life. Houwink ten Cate shows that this is merely a concept that emerged about two to three hundred years ago during the Industrial Revolution. It is an important overarching argument in the essay, and a key starting point from which she explains how we have formed the myth, why we are so eager to believe in it, but also in what ways it can be so harmful.
The essay is about one hundred pages long, and within those one hundred pages, there is an overwhelming amount of information. Not to mention the references to the work of other people. The stream of facts can sometimes feel overwhelming. For this reason, I had to put the book down a few times. That being said, I completely agree with every single one of Houwink ten Cate’s arguments. And I also can imagine how many women will feel strengthened after reading her essay, myself included.


Not only is the nuclear family a myth, but the
idea that every person—and especially every woman—wants, must, and will have children at some piint in their life, is also deeply ingrained in our society. Illustrator Marloes de Vries, like Houwink ten Cate, argues that there’s a pathologizing counterpart to the ideal of the fertile woman who is expected to have children. She illustrates this by pointing out that there are countless books available aimed at women who want to become mothers. De Vries offers her alternative Kinderen krijgen is optioneel (Having Children Is Optional).
The beginning of the book is like stepping into a warm bath. On the inside of the bookcover, De Vries has drawn a gallery of women who consciously chose not to be mothers, and were perfectly happy with that choice: Dolly Parton, Katharine Hepburn, Georgia O’Keeffe, Virginia Woolf, Simone de Beauvoir, Betty White. It’s a very strong visual tool to immediately give readers the sense that they are not alone.
The book is then clearly divided into three sections. In the first part, De Vries addresses the personal decision-making process of the reader, starting with the various terms one can choose (are you ‘consciously childless’ or ‘child-free’, for example?), as well as the many reasons that might make you decide to forgo on motherhood. Throughout, De Vries reassures readers that the choice not to have children and the reasons behind it are just as valid as those of women who do choose motherhood.
In the second part, she addresses our environment. Because, let’s be honest, many people still struggle to accept that not becoming a mother is a viable option. De Vries offers practical tips on how to shield yourself from people who are always ready to argue with you, and how to organize your life in a way that strengthens your own choices. In the third part of the book, De Vries invites readers to reflect on the future. The constant need to arrange babysitters, attend parent meetings, and drive to soccer practice in the early morning, are all things you won’t have to do if you don’t become a parent. What would you like to do instead?
“Marloes de Vries wants to show with her book Kinderen krijgen is optioneel that other women’s choice not to become mothers is perfectly valid.”
De Vries’s cheerful book is a well-thought-out and clear combination of personal experiences, research, and humorous illustrations, all aimed at critiquing the glorification of motherhood and creating space for alternative choices. Here and there, I do think the tone of De Vries, who herself is child-free, has a somewhat anti-motherhood feel to it. On the other hand, I completely understand that sentiment as a fellow child-free woman. Only recently did somebody urge me to have a baby against my will in order to save a romantic relationship. And that someone was a person who knows how important it is to me to remain child-free. Yes, sometimes you just can’t help but get angry, feel inferior, or think that no one is listening to you.
That’s why it’s even more important for women like De Thouars, Van Hees, Houwink ten Cate, and De Vries to share their work with the world, to make it clear that every woman can write their own proverb.

Jasmijn is a gender historian. She publishes articles for, among others, Opzij and Winq, and offers her expertise to various multimedia platforms. Jasmijn studied History and Classical Studies at the University of Amsterdam and the VU University.
コメント