top of page
Zoeken

ALETTA JACOBS IN SAPPEMEER

door Sebastiaan Coops -


Wie heeft er ooit van Sappemeer gehoord? Het is een dorp langs een kanaal in het veengebied van Oost-Groningen. Voor velen waarschijnlijk niet heel bijzonder. Toch is het Sappemeer geweest dat Nederland drastisch heeft veranderd. Want dankzij (en niet ondanks) dit dorp kon de eerste vrouw in Nederland naar de universiteit. Sappemeer is het geboortedorp van Aletta Jacobs (1854-1929).


Aletta Jacobs
Aletta Jacobs

Nog even op een rijtje waarom Aletta Jacobs zo belangrijk is geweest voor Nederland en vrouwenemancipatie wereldwijd. Ze was de eerste vrouw in Nederland die werd toegelaten op een Rijks Hogere Burgerschool (de middelbare school), de eerste Nederlandse vrouw die toegang kreeg tot de universiteit en promoveerde. Toen begon haar werk eigenlijk pas. Ze was prominent voorvechtster van vrouwenkiesrecht, ze was de eerste arts die gratis spreekuren voor arbeidersvrouwen aanbood, ze maakte zich sterk voor werkomstandigheden van vrouwen, voor prostituees en werd tijdens de oorlog vredesactivist. Ze organiseerde tijdens de Eerste Wereldoorlog het Internationaal Congres van Vrouwen van 1915 in Den Haag en drong bij de Amerikaanse president Woodrow Wilson aan op vrede. Ze maakte een wereldreis om overal vrouwenemancipatie te bevorderen en onderhield contacten met vrouwen van over de hele wereld en werd invloedrijk binnen het International Alliance of Women, waarvan ze het derde congres in 1908 naar Amsterdam haalde.

 

Aletta Jacobs werd geboren op 9 februari 1854 aan het Borgercompagniesterdiep als achtste kind van dokter Abraham Jacobs en Anna de Jongh. Zelf schrijft ze dat haar ouders in Sappemeer zijn gaan wonen vanuit het nog kleinere dorpje Kiel-Windeweer vanwege de dokterspraktijk van Aletta’s vader. Aletta schrijft over haar ervaringen in haar autobiografie Herinneringen uit 1924 en komt er tot de conclusie dat het juist het dorp is geweest dat haar het inzicht gaf om dokter te worden.


Noordestraat 19 in Sappemeer, het ouderlijk huis van Aletta Jacobs tussen 1858 en 1874.
Noordestraat 19 in Sappemeer, het ouderlijk huis van Aletta Jacobs tussen 1858 en 1874.

In haar jeugd vereerde ze twee personen: haar broer Julius en haar vader Abraham. Julius verschilde 13 jaar in leeftijd met Aletta en hij deed net als zijn vader een universitaire studie medicijnen. Als hij terugkwam in het dorp kon hij Aletta alles vertellen over wat hij leerde en wat hij deed. Zo gebeurde dat ook bij haar vader. In de 19e eeuw gingen de meeste reizen te voet en zo liep Aletta vaak mee om op huisbezoek te gaan bij patiënten. Ze schreef:

 

“Had ik om de één of andere reden vrij van school, dan mocht ik [mijn vader] vergezellen naar de afgelegen hofsteden waar zijn patiënten wachtten. Hoe dikwijls heb ik in mijn latere leven de vruchten mogen plukken van het zaad dat mijn vader op die wandelingen door zijn diep ernstige gesprekken in het kinderhart wist te leggen. Lopend langs de landweg, de vriendelijke ogen op mij gericht, zo roep ik mijn vaders beeld het liefst voor de geest.”

 

Zien we hier dus al wat van de ambitie van Aletta? Op de mooie wandelingen in zomerzon schreef ze dat ze: “dikwijls in zo’n ernstig gesprek wegdraafde omdat een bloem, een veld met knollen of een mooie bonte vlinder” haar aandacht trok. Toch werd in deze periode al voor het eerst aan Aletta gevraagd wat ze later wilde worden. Op die vraag antwoordde ze steevast dat ze dokter wilde worden, net als haar vader en Julius. Haar moeder moest lachen om haar ambitie, maar zelf meende ze het serieus. Waarom ook niet:


“Geen ogenblik is toen of later de gedachte bij mij opgekomen dat dit voor een meisje moeilijk zou gaan. Hoe kon dat ook? Thuis werd immers tussen jongens en meisjes geen verschil gemaakt. We gingen naar dezelfde lagere school, volgden dezelfde lessen, ontvingen hetzelfde zakgeld en hadden nagenoeg dezelfde plichten te vervullen.”

 

Laten we dan eens naar haar lagere school kijken. In elk klein dorp was er een lagere school voor zowel jongens als meisjes. Er was geen verschil in sociale klasse en de lessen waren hetzelfde voor zowel de jongens als de meisjes. Aletta zat naast een weesmeisje in de klas die in het armenhuis woonde. Ze merkte op dat ze beide steeds de slimsten van de klas waren. Omdat haar klasgenootje wees was, werd ze vanaf haar twaalfde geacht genoeg te hebben geleerd en moest ze werken. In haar autobiografie houdt Aletta vol dat ook haar klasgenootje op wetenschappelijk gebied vast iets goeds gepresteerd had kunnen hebben. Deze ervaring heeft Aletta zeker gevormd en heeft de morele basis gelegd moeten hebben voor haar latere werk voor arbeidersvrouwen. Ze heeft later ook elke gelegenheid aangegrepen om een lans te breken voor het opheffen van de standenschool.


“Wat geeft het of ik mijn best doe? Ik mag immers toch niets worden omdat ik een meisje ben!” - Aletta Jacobs

 

Na de lagere school werd Aletta naar de jongedamesschool gestuurd waar haar goede manieren werden geleerd. Goede manieren stonden niet ver af van koketterie. “Was het geen zonde met dergelijke beuzelarij mijn tijd zoek te maken?”, vroeg ze zich hardop af. Ze hield het er twee weken uit. Aletta werd in deze periode hard gewezen op de positie van de vrouw. Ze kwam bij haar moeder in huis werken. Afstoffen, schoonmaken, poetsen en alle taken van een huisvrouw werden haar aangeleerd. Ook hier verveelde ze zich stierlijk. Ze kende namelijk de vele ongehuwde vrouwen uit het dorp en stelde zichzelf haar toekomst voor als die van hen: “’s Morgens huishoudelijk werk doen, ’s middags met een handwerkje achter de horretjes zitten gluren, tussen drie en vier uur een wandelingetje doen en dat jaren achtereen en elke dag opnieuw.”


Onthoud goed dat 25% van de vrouwen in deze tijd ongehuwd thuis zaten in armoede en zonder bezigheid. Aletta moest haar droom om dokter te worden aangegrepen hebben als een overlevingsdrang. Iets te doen voor het nut van de maatschappij, zoals haar vader haar van jongs af aan had aangeleerd. En zo kwam het dat op een avond een vriend van Aletta’s vader langskwam: dr. L. Ali Cohen. Toen Cohen de schriftjes van Aletta inzag en haar complimenteerde, greep ze de schriftjes uit zijn handen en scheurde ze in kleine stukjes uitroepend: “Wat geeft het dat ik mijn best doe? Ik mag immers toch niets worden omdat ik een meisje ben!”

 

Na deze uitbarsting werd besloten dat Aletta Grieks en Latijn mocht leren. Cohen adviseerde haar om examen te doen als leerling-apotheker als eerste stap om medicijnen te studeren. Het examen werd een succes en de examinatoren gaven haar zelfs de aanbeveling om door te studeren als apotheker. Toch stond Aletta’s besluit vast om medicijnen te studeren. Voordat ze aan de universiteit mocht beginnen, moest ze wel haar middelbare school afronden. Aan de Rijks Hogere Burgerschool in Sappemeer mochten alleen jongens worden ingeschreven. Toch vond de directeur nergens een regel om geen vrouwen toe te laten als toehoorder. Met Thorbecke als minister durfde hij het wel aan om een vrouw toe te laten. Aletta mocht dus gewoon de klas in en ze vond het helemaal niet vreemd. Ze kende immers alle jongens die er zaten nog van de lagere school.

 

Ze kreeg te horen dat ze aan de universiteit kon beginnen ook alleen met het leerling-diploma. Daarvoor moest ze wel schriftelijk toestemming vragen aan Thorbecke. De premier was niet gelijk akkoord, maar stelde haar allerlei vragen over haar motivatie. Aletta nam zelf de pen ter hand en schreef de minister haar antwoord zonder dat iemand dat wist. Thorbecke antwoordde haar vader dat zijn goedkeuring doorslaggevend zou zijn voor Aletta om toegelaten te worden aan de universiteit. Zo geschiedde.


“Nauwkeurig lazen wij de wet op het Hoger Onderwijs door en kwamen tot de conclusie dat geen enkel artikel aan vrouwen het bezoeken van een Rijksuniversiteit verbood” - Aletta Jacobs

 

Is het vreemd om als kind je roeping al te weten? In het geval van Aletta kwam haar roeping heel sterk voort uit haar omgeving. Het dorp Sappemeer was een uitstekende plek om haar droom om arts te worden te laten groeien. Doordat jongens en meisjes even goed opgroeide leek het voor Aletta mogelijk om ook even goed als een man aan het werk te gaan. Gelukkig heeft Aletta juist op het goede moment haar kans gegrepen, met de hulp van haar vader, Julius en heel wat vrienden.


De Rijks Hogere Burgerschool in Sappemeer, waar Aletta Jacobs van 1870 tot 1871 leerlinge was.
De Rijks Hogere Burgerschool in Sappemeer, waar Aletta Jacobs van 1870 tot 1871 leerlinge was.

Het is bijzonder om haar verhaal terug te lezen, want ook ik wist als klein jongetje, lopend langs de Noorderstraat in Sappemeer, dat ik historicus wilde worden. Hoe vaak heb ik wel niet stilgestaan tegenover de HBS in het dorp en het borstbeeld van Aletta Jacobs bekeken. Toen vroeg ik mij van alles over haar af en wilde alles heel precies weten. Het heeft mij nooit losgelaten. Heeft Aletta er misschien een hand in gehad dat ik historicus ben geworden?

 

Ik kom graag vaak terug in het dorp om herinneringen op te halen en familie te bezoeken. Laatst viel het mij op dat er op het station van Hoogezand-Sappemeer overal tekeningen hingen over het leven van Aletta Jacobs, getekend door de Groningse Barbara Stok. Het station is momenteel namelijk het beginpunt van een Aletta Jacobs wandelroute die te downloaden is op de website van Visit Groningen.


 

Sebastiaan Coops is een historicus gespecialiseerd in koloniale en wereldgeschiedenis. Tijdens zijn studie geschiedenis en Azië-studies aan de Universiteit Leiden heeft hij zich veel beziggehouden met Nederlandse koloniale geschiedenis, met een bijzondere interesse in materiële geschiedenis. Je kunt hem daarom een echte verzamelaar noemen. Dat kun je ook bij hem thuis zien, waar hij een grote collectie oude prenten heeft over historische onderwerpen. 


 

 - ENGLISH BELOW -


Who has ever heard of Sappemeer? It is a village along a canal in the peat bog area of East Groningen. For many, it is probably not very remarkable. Yet, it is Sappemeer that drastically changed the Netherlands, because thanks to (and not despite) this village, the first woman in the Netherlands was able to attend university. Sappemeer is the birthplace of Aletta Jacobs (1854-1929).


Aletta Jacobs
Aletta Jacobs

Let’s quickly review why Aletta Jacobs was so important for the Netherlands and women’s emancipation worldwide. She was the first woman in the Netherlands to be admitted to a Higher Civic School (the secondary school), the first Dutch woman to have access to university and earn a doctorate. That’s when her real work began. She was a prominent advocate for women’s suffrage, the first doctor to offer free consultations for working women, and she advocated for better working conditions for women, for prostitutes, and became a peace activist during the war. During World War I, she organized the International Congress of Women in 1915 in The Hague and urged U.S. President Woodrow Wilson to push for peace. She traveled the world promoting women’s emancipation, kept in contact with women from all over the world, and became influential within the International Alliance of Women, of which she brought the third congress to Amsterdam in 1908.


Aletta Jacobs was born on February 9, 1854, at Borgercompagniesterdiep as the eighth child of Dr. Abraham Jacobs and Anna de Jongh. She writes that her parents moved to Sappemeer from the even smaller village of Kiel-Windeweer because of her father’s medical practice. Aletta recounts her experiences in her 1924 autobiography Herinneringen (Memories) and concludes that it was this village that gave her the insight to become a doctor.


Noordestraat 19 in Sappemeer, the parental house of Aletta Jacobs between 1858 and 1874.
Noordestraat 19 in Sappemeer, the parental house of Aletta Jacobs between 1858 and 1874.

In her youth, she idolized two people: her brother Julius and her father Abraham. Julius, who was 13 years older than Aletta, studied medicine at university, just like his father. When he returned to the village, he would tell Aletta everything he had learned and done. The same was true for her father. In the 19th century, most travel was done on foot, and Aletta often accompanied her father on house calls. She wrote:


“Whenever I had some free time from school, I could accompany [my father] to the remote farmsteads where his patients were waiting. How often in my later life I have reaped the fruits of the seeds my father sowed during those serious conversations on our walks, laid in the hearts of children. Walking along the country roads, with friendly eyes fixed on me, this is how I like to recall my father’s image.”


Can we already see some of Aletta’s ambition here? During these beautiful walks in the summer sun, she wrote that she often wandered off in an earnest conversation because a flower, a field of bulbs, or a colorful butterfly would catch her attention. Still, it was during this period that Aletta was first asked what she wanted to be when she grew up. She always replied that she wanted to be a doctor, just like her father and Julius. Her mother laughed at her ambition, but Aletta was serious about it. Why not?


“At no point then or later did the thought cross my mind that this would be difficult for a girl. How could it be? At home, no distinction was made between boys and girls. We went to the same primary school, followed the same lessons, received the same pocket money, and had nearly the same duties.”


Let’s take a look at her primary school. In every small village, there was a primary school for both boys and girls. There was no difference in social class, and the lessons were the same for both boys and girls. Aletta sat next to an orphan girl in class who lived in the poorhouse. She noticed that they were both the smartest in the class. Since her classmate was an orphan, she was considered to have learned enough by the age of twelve and was expected to work. In her autobiography, Aletta insists that her classmate could have achieved something significant in the scientific field as well. This experience certainly shaped Aletta and likely laid the moral foundation for her later work for working women. She later took every opportunity to advocate for the abolition of class-based schools.


“What does it matter if I do my best? After all, I can’t become anything because I’m a girl!” - Aletta Jacobs

After primary school, Aletta was sent to a girls' school where she was taught good manners. Good manners were not far from coquettishness. “Was it not a waste to spend my time on such trivialities?” she wondered aloud. She lasted only two weeks. During this period, Aletta was harshly reminded of the position of women. She came to work in her mother’s household. Dusting, cleaning, scrubbing, and all the tasks of a housewife were taught to her. She was terribly bored with it. She knew many unmarried women in the village and imagined her future as being just like theirs: “In the morning, doing housework, in the afternoon sitting behind the curtains with a handicraft, taking a walk between three and four o'clock, and doing the same thing every day for years.” Remember that 25% of women at this time were unmarried, living in poverty, and without occupation. Aletta must have clung to her dream of becoming a doctor as a survival instinct—something to do for the benefit of society, just as her father had taught her from an early age. And so, one evening, a friend of her father’s, Dr. L. Ali Cohen, came by. When Cohen saw Aletta's notebooks and complimented her, she snatched them from his hands and tore them into small pieces, exclaiming, “What does it matter that I do my best? I can never be anything because I’m a girl!”


After this outburst, it was decided that Aletta could learn Greek and Latin. Cohen advised her to take the exam as a pharmacy student as a first step toward studying medicine. The exam was a success, and the examiners even recommended that she continue studying to become a pharmacist. However, Aletta was determined to study medicine. Before she could begin university, she had to complete her secondary education. At the Rijks Hogere Burgerschool in Sappemeer, only boys were allowed to enroll. However, the principal found no rule preventing women from attending as auditors. With Thorbecke as minister, he felt confident enough to admit a woman. So, Aletta was allowed to join the class, and she didn’t find it odd at all. After all, she knew all the boys from primary school.


She was told that she could start university with just the diploma of a student. However, she had to ask for written permission from Thorbecke. The prime minister didn’t immediately agree but asked her many questions about her motivation. Aletta took the pen herself and wrote her response to the minister without anyone knowing. Thorbecke replied to her father that his approval would be decisive for Aletta’s admission to the university. And so it happened.


"We carefully read the law on Higher Education and concluded that no article prohibited women from attending a Rijksuniversiteit (State University)" - Aletta Jacobs

Is it strange to know your calling as a child? In Aletta’s case, her calling strongly emerged from her environment. The village of Sappemeer was an excellent place for her dream of becoming a doctor to grow. Since boys and girls grew up equally well, it seemed possible for Aletta to work just as well as a man. Fortunately, Aletta seized her opportunity at just the right time, with the help of her father, Julius, and many friends.


The Rijks Hogere Burgerschool in Sappemeer, where Aletta Jacobs was a student between 1870 and 1871.
The Rijks Hogere Burgerschool in Sappemeer, where Aletta Jacobs was a student between 1870 and 1871.

It’s remarkable to read her story again because I, too, knew as a little boy walking along the Noorderstraat in Sappemeer that I wanted to be a historian. How many times have I stopped in front of the HBS in the village and looked at the bust of Aletta Jacobs? I would ask myself all sorts of questions about her and wanted to know everything in great detail. It has never left me. Did Aletta have a hand in me becoming a historian?


I like to return to the village often to reminisce and visit family. Recently, I noticed that at the Hoogezand-Sappemeer train station, there were drawings about the life of Aletta Jacobs, created by the Groningen artist Barbara Stok. The station is currently the starting point of an Aletta Jacobs walking route, which can be downloaded from the Visit Groningen website.


 


Sebastiaan Coops is a historian specialised in colonial and world history. While studying history and Asia studies at Leiden University, he focused on Dutch colonial history, with a particular interest in material history. You can therefore call him a real collector, which can be seen at his home, where he has a large collection of old prints on historical subjects.

Comentarios


bottom of page