top of page
Zoeken

GIRLPOWER! VROUWEN UIT DE PROVINCIALE ATLAS

door Judith van Amelsvoort -


In de collectie van de Provinciale Atlas Noord-Holland bevinden zich honderden prentbriefkaarten, tekeningen en foto’s van mensen in klederdracht. Als je goed kijkt, zie je dat de vrouw altijd druk bezig is: met het eten bereiden, de kinderen verzorgen, de dieren eten geven, het huishouden doen of met kleding maken. Opvallend is dat op veel huiselijke tafereeltjes de vrouwen en de meisjes aan het breien zijn. Helemaal stilzitten was er niet bij. Ter ere van de aankomende Internationale Vrouwendag op 8 maart zoomen we in op deze hardwerkende vrouwen uit de geschiedenis.


A woman’s work is never done


Eind negentiende eeuw was het hard werken in de Noord-Hollandse vissersplaatsen. Het hele gezin was dag en nacht in touw om genoeg inkomsten binnen te halen. Jongens hielpen hun vader aan boord en de meisjes werkten met hun moeder aan wal in de visindustrie. Al op jonge leeftijd namen de vissers hun zonen mee op de vissersboot en leerden hun het vak. Op dezelfde manier leerden de meisjes alles van hun moeder, waaronder het breien. Want naast al het werk maakten ze ook nog hun eigen kleding.


prentbriefkaart van vrouwen en haringen in huizen, negentiende eeuw
Prentbriefkaart van vrouwen die bezig zijn om haring aan de speet te reigen, Huizen, 1905. Noord-Hollands Archief / Collectie van prentbriefkaarten van de Provinciale Atlas Noord-Holland, Inventarisnummer 27273.

Jong geleerd is oud gedaan


sepia kaart van man en vrouw in klederdracht in marken
Prentbriefkaart van een man en vrouw in klederdracht, Marken, 1900-1905. Noord-Hollands Archief / Collectie van prentbriefkaarten van de Provinciale Atlas Noord-Holland, Inventarisnummer 30465.

Tegenwoordig loopt iedereen met een mobiele telefoon rond, maar vroeger had je altijd je breinaalden bij. Want er moest altijd wel iets gestopt, vermaakt of gemaakt worden. Vrouwen en meisjes breiden voor alle familieleden hemden, sokken, wanten, mutsen en truien.


prentbriefkaart van twee marker buurmeisjes aan het breien
Prentbriefkaart van twee Marker buurmeisjes in klederdracht, 1907. Noord-Hollands Archief / Collectie van prentbriefkaarten van de Provinciale Atlas Noord-Holland, Inventarisnummer 30411.

Tussen circa 1870 en 1950 werden wollen visserstruien als werk- en bovengoed gedragen door vissers uit alle Nederlandse kustplaatsen. Het dragen van deze praktische en warme truien als bovenkleding hadden de Nederlanders overgenomen van Engelse en Schotse vissers, waarmee ze in contact waren gekomen door de haringvangst op de Noordzee. De vissers droegen hierbij gebreide of gevilte wanten, die werden uitgevoerd met twee duimen. Hierdoor greep je tijdens het werk nooit mis en sleet de duim niet zo snel.


kleuren prentbreifkaart van twee meisjes in klederdracht
Prentbriefkaart van twee meisjes in klederdracht. Marken, 1925-1928. Noord-Hollands Archief / Collectie van prentbriefkaarten van de Provinciale Atlas Noord-Holland, Inventarisnummer 30477.

Meisjes moesten elke dag van hun moeder een aantal ‘rijtjes’ breien. Ze stak een speld in het breiwerk ter hoogte van waar haar dochter was gebleven, en kon zo het aantal rijtjes boven de speld tellen. Regelmatig plaatsten de jonge breisters de speld naar beneden, waardoor het net leek alsof ze goed waren opgeschoten. Natuurlijk hadden hun moeders dat snel door.


prentbriefkaart van twee meisjes in huizer klederdracht
Prentbriefkaart van twee meisjes in Huizer klederdracht in de deuropening van de kerktoren, 1900-1915. Noord-Hollands Archief / Collectie van prentbriefkaarten van de Provinciale Atlas Noord-Holland, Inventarisnummer 27361.

In sommige plaatsen, zoals Huizen, gingen meisjes als onderdeel van hun opvoeding naar een naai- en breischool om de handwerktechnieken te leren. Of ze werden naar een visserijschool gestuurd voor een opleiding in netten breien en boeten. Een net breien is een nieuw visnet maken. Boeten is het repareren van een visnet. Jonge kinderen uit arme gezinnen leerden deze vaardigheden van hun ouders en hielpen na het avondeten met netten te breien.



Een steekje los?


prentbriefkaart van een breind volendams meisje
Prentbriefkaart van een breiende Volendamse vrouw in binnenhuis, 1909. Noord-Hollands Archief / Collectie van prentbriefkaarten van de Provinciale Atlas Noord-Holland, Inventarisnummer 41355.

Vrouwen kozen breimotieven die ze zelf mooi vonden en wilden daarmee zich onderscheiden van de rest. Natuurlijk keken ze ook bij elkaar af, met als gevolg dat er veel streekgebonden kenmerken ontstonden. Zo kun je nu nog steeds aan een trui zien uit welke plaats de drager kwam. Een visserstrui werd rondgebreid en versierd met kabels en andere patronen. In sommige plaatsen, zoals Den Helder, zijn er talloze varianten gevonden en werden de meest ingewikkelde motieven naast elkaar gebruikt.


Visserstruien van Texelse wol


Voor het breien van truien, sokken en ondergoed werd voornamelijk (buik) wol van het inlandse Texelse schaap, de Texelaar, gebruikt. De wol werd door marskramers langs de deuren verkocht. De Texelse wol werd sajet genoemd, mogelijk vernoemd naar een marskramer of afgeleid van het woord ‘saai’. Vanwege het importverbod op wol en de lage kosten werd sajet het meest gebruikt voor breiwerk. Uit Engeland brachten de Nederlandse vissers de kwalitatief betere merinoswol mee of ze smokkelden IJslandse wol mee naar huis.

prentbriefkaart van een breiend meisje
Prentbriefkaart van een breiend meisje en een jongen met een speelgoedscheepje. Volendam, 1899. Noord-Hollands Archief / Collectie van prentbriefkaarten van de Provinciale Atlas Noord-Holland, Inventarisnummer 41369.
foto van een visser met haring
Foto van een man die bezig is om haring te reigen. Hij draagt een visserstrui met een eb-en-vloedmotief in horizontale banen, typerend voor Volendam. Noord Hollands-Archief / Collectie van foto’s van de Provinciale Atlas Noord-Holland, Inventarisnummer 1723.

Met welke wol er ook werd gewerkt, een visserstrui mocht niet te los gebreid zijn. Ze werden op dunne pennen zo dicht mogelijk gebreid om water en wind geen kans te geven. De trui had geen naden, maar was opgebouwd uit rondgebreide kokers. Door het dichte breiwerk was er voor één trui soms wel meer dan een kilo wol nodig.


Als je een motief wilt breien heb je meer wol nodig, en dus zijn deze gedeeltes warmer. Dit is een van de redenen waarom de meeste motieven ter hoogte van de borstkas zijn aangebracht. De mouwen werden relatief kort gehouden, omdat de handen en onderarmen vrij moesten blijven voor het werk.


Symboliek op zee


Vissers hadden te maken met vele gevaren en ontberingen op zee. In de motieven en patronen zijn veel symbolen verwerkt. De vissers en hun vrouwen hechtten veel waarde aan deze symboliek. Zo staan blokjes symbool voor de bakstenen van de huizen en voor de visnetten. Alle verschillende ruitvormen zijn tevens geïnspireerd op de netten van de vissers.


Horizontale banen die worden afgewisseld met een tricot en motief strook wordt ‘eb en vloed’ genoemd. Zo zijn er veel Volendamse truien bewaard gebleven met het eb en vloed-motief. Hierbij bestaat het vloed-gedeelte uit varianten van gerstekorrels en is het eb-gedeelte een tricot. De gerstekorrel werd ook gebruikt om hagel te verbeelden.


Kabels stonden symbool voor houvast en de touwen waarmee de zeilen werden gehesen. Op Urk staan kabels en ladders voor de verbondenheid met God. Vastliggende motieven en patronen waren er niet, vrouwen breiden wat ze zelf mooi vonden en zo ontstonden er talloze variaties.


prentbriefkaart van een breiende vrouw op urk
Prentbriefkaart van een breiende vrouw in haar woning op Urk, 1910-1930. Noord-Hollands Archief / Collectie van prentbriefkaarten van de Provinciale Atlas Noord-Holland, Inventarisnummer 41039.

Streekgebonden motieven


De truien uit Wevershoof en Medemblik worden gekenmerkt door blokjesmotieven. In Den Helder zijn er veel verschillende truien gevonden met blokjes in allerlei varianten. Maar ook truien met motieven met godsogen, die zeer waarschijnlijk zijn geïnspireerd door vissers uit Urk die zich voor 1900 in de stad vestigden. Een godsoog wordt ook wel een bloem of diamant genoemd. Het symbool zou de visser op zee beschermen, maar er ook voor zorgen dat hij trouw zou blijven als hij in een vreemde haven was.


foto van vier miesjes op een rij in Volendam
Foto van vier meisjes op een rij in Volendam. Noord-Hollands Archief / Collectie van foto’s van de Provinciale Atlas Noord-Holland, Inventarisnummer 1703.

Truien uit Egmond aan Zee hebben alleen een motief in het bovenstuk en gladde mouwen. Dit geld voor de meeste truien uit de kustplaatsen aan de Zijde, het gebied tussen Den Helder en Hoek van Holland. In Zandvoort werden er zowel visserstruien met slechts een motief in het bovenstuk gedragen als truien met een doorlopend motief en een middenbaan. Typisch voor truien uit Noordwijk zijn de motiefbanen met bramensteek.


Volendam is de enige vissersplaats in Nederland waar de trui onderdeel is geworden van de klederdracht. De trui van zwarte sajet is door de bewoners nog lang gebreid en gedragen. Op prentbriefkaarten is goed te zien hoe dun de breipennen waren ten opzichte van de dikke wol.


foto van twee vrouwen in volendamse klederdracht
Foto van twee vrouwen in klederdracht, Volendam, Noord-Hollands Archief / Collectie van foto’s van de Provinciale Atlas Noord-Holland, Inventarisnummer 1709.

Er een punt aan breien


foto van twee breiende meisjes in klederdracht op Marken
Foto van twee breiende meisjes in klederdracht op Marken. Noord-Hollands Archief / Collectie van foto’s van de Provinciale Atlas Noord-Holland, Inventarisnummer 2791.

De wollen kledingstukken in kostuumcollecties, zoals in die van het Zuiderzeemuseum, zijn stille getuigen van het zware vissersbestaan. Ze staan symbool voor de inspanningen die vrouwen en meisjes leverden om zichzelf en hun familie te beschermen tegen weer en wind. Tegelijkertijd laten de talloze ingewikkelde breimotieven zien, hoe bedreven, creatief en technisch vrouwen zijn.


Over de Provinciale Atlas


De Provinciale Atlas is de beeldcollectie van de provincie Noord-Holland, bestaande uit zo’n 82.000 prenten, tekeningen, kaarten en foto’s. Tezamen geven ze een prachtig beeld van hoe Noord-Holland er vroeger uitzag en in de loop van de tijd is veranderd. De Provinciale Atlas wordt beheerd door het Noord-Hollands Archief. Een groot deel van de collectie is tegenwoordig te raadplegen via de online Beeldbank.





Bronnen:



rood logo oneindig noord holland


Dit artikel verscheen eerder in het Nederlands op Oneindig Noord-Holland.

 
zwart wit foto van de auteur judith van amelsvoort



Judith van Amelsvoort is kunsthistorica en schrijfster. Als redacteur van het online platform Oneindig Noord-Holland houdt zij zich bezig met het cultureel erfgoed van de provincie Noord-Holland. 





 

 - ENGLISH BELOW -


In the collection of the Provinciale Atlas Noord-Holland, there are hundreds of postcards, drawings, and photographs of people in traditional dress. If you look closely, you'll see that women are always busy: preparing food, caring for children, feeding animals, doing household chores, or making clothes. It’s striking that in many domestic scenes, women and girls are knitting. Sitting still was not an option. In honor of the upcoming International Women's Day on March 8th, let’s focus on these hardworking women from history.


A Woman’s Work Is Never Done


By the end of the nineteenth century, life was hard in the fishing villages of North Holland. The entire family worked day and night to earn enough income. Boys helped their fathers on board, and girls worked with their mothers on shore in the fishing industry. Fishermen took their sons on the fishing boats from a young age and taught them the trade. Similarly, girls learned everything from their mothers, including knitting. Because, in addition to all the work, they also made their own clothes.


prentbriefkaart van vrouwen en haringen in huizen, negentiende eeuw
Postcard of women stringing herring on the spit, Huizen, 1905. Noord-Hollands Archief / Collection of postcards from the Provincial Atlas of North Holland, Inventory number 27273.

Learn Early, Do Later


sepia kaart van man en vrouw in klederdracht in marken
Postcard of a man and woman in traditional dress, Marken, 1900-1905. Noord-Hollands Archief / Collection of postcards from the Provincial Atlas of North Holland, Inventory number 30465.

Today, everyone carries a mobile phone, but in the past, you always had your knitting needles with you. There was always something to be darned, altered, or made. Women and girls knitted shirts, socks, mittens, hats, and sweaters for all the family members.

prentbriefkaart van twee marker buurmeisjes aan het breien
Postcard of two Marker village girls in traditional dress, 1907. Noord-Hollands Archief / Collection of postcards from the Provincial Atlas of North Holland, Inventory number 30411.

Between around 1870 and 1950, woolen fisherman’s sweaters were

worn as both work and outerwear by fishermen from all Dutch coastal towns. The Dutch adopted these practical and warm sweaters from English and Scottish fishermen, whom they had encountered through herring fishing in the North Sea. Fishermen wore knitted or felted mittens, which featured two thumbs. This ensured that they never lost their grip during work, and the thumbs didn’t wear out as quickly.


kleuren prentbreifkaart van twee meisjes in klederdracht
Postcard of two girls in traditional dress. Marken, 1925-1928. Noord-Hollands Archief / Collection of postcards from the Provincial Atlas of North Holland, Inventory number 30477.

Girls were required to knit a number of "rows" each day, as instructed by their mothers. The mother would pin a needle into the knitting at the point where her daughter had stopped, and she could count the number of rows above the needle. Often, young knitters would move the pin down to make it seem like they had made more progress. Of course, their mothers quickly caught on.

prentbriefkaart van twee meisjes in huizer klederdracht
Prentbriefkaart van twee meisjes in Huizer klederdracht in de deuropening van de kerktoren, 1900-1915. Noord-Hollands Archief / Collectie van prentbriefkaarten van de Provinciale Atlas Noord-Holland, Inventarisnummer 27361.

In some places, such as Huizen, girls attended sewing and knitting schools as part of their education to learn craft techniques. Or they were sent to a fishing school to learn how to knit and mend nets. Knitting a net meant creating a new fishing net, while mending a net meant repairing it. Young children from poor families learned these skills from their parents and helped with knitting nets after dinner.


A Stitch Out of Place?


prentbriefkaart van een breind volendams meisje
Postcard of a knitting Volendam woman indoors, 1909. Noord-Hollands Archief / Collection of postcards from the Provincial Atlas of North Holland, Inventory number 41355.

Women chose knitting patterns that they found beautiful and wanted to use them to distinguish themselves from others. Of course, they also copied each other, resulting in many regional variations. For example, you can still tell from a sweater where the wearer came from. A fisherman’s sweater was knitted in the round and decorated with cables and other patterns. In some places, such as Den Helder, numerous variations have been found, with the most intricate patterns being used side by side.


Fisherman’s Sweaters Made from Texel Wool


For knitting sweaters, socks, and underwear, wool from the local Texel sheep, the Texelaar, was primarily used. The wool was sold by traveling peddlers who went door to door. This Texel wool was called sajet, possibly named after a peddler or derived from the word "saai" (rough). Due to the wool import ban and low cost, sajet was the most commonly used wool for knitting. Dutch fishermen brought higher-quality merino wool from England or smuggled Icelandic wool back home.

prentbriefkaart van een breiend meisje
Postcard of a knitting girl and a boy with a toy boat. Volendam, 1899. Noord-Hollands Archief / Collection of postcards from the Provincial Atlas of North Holland, Inventory number 41369.
foto van een visser met haring
Photo of a man stringing herring. He is wearing a fisherman’s sweater with an ebb-and-flow motif in horizontal bands, typical of Volendam. Noord-Hollands Archief / Collection of photographs from the Provincial Atlas of North Holland, Inventory number 1723.

No matter which wool was used, a fisherman’s sweater had to be tightly knitted. The sweaters were knitted as closely as possible with fine needles to keep out water and wind. The sweater had no seams and was made from knitted tubes. Due to the dense knitting, sometimes more than a kilogram of wool was needed for one sweater.


If you wanted to knit a pattern, you needed more wool, making those parts warmer. This is one reason why most patterns were placed around the chest area. The sleeves were kept relatively short because the hands and forearms needed to remain free for work.


Symbolism at Sea


Fishermen faced many dangers and hardships at sea. Many symbols are incorporated into the motifs and patterns of the sweaters. Fishermen and their wives placed great importance on this symbolism. For example, blocks symbolized the bricks of houses and the fishing nets. The various diamond shapes were also inspired by the fishermen's nets.


Horizontal stripes alternating with a knit and pattern strip were called "ebb and flow." Many Volendam sweaters have been preserved with the ebb and flow motif. In this pattern, the "flow" part is made of variations of barleycorn, and the "ebb" part is a knit stitch. The barleycorn also symbolized hail.

Cables symbolized support and the ropes used to raise the sails. In Urk, cables and ladders represented the connection to God. There were no fixed patterns or motifs; women knitted what they found beautiful, resulting in countless variations.


prentbriefkaart van een breiende vrouw op urk
Postcard of a knitting woman in her home in Urk, 1910-1930. Noord-Hollands Archief / Collection of postcards from the Provincial Atlas of North Holland, Inventory number 41039.

Regional Patterns


Sweaters from Wevershoof and Medemblik are characterized by block patterns. In Den Helder, many different sweaters with blocks in various variations have been found. There are also sweaters with motifs known as "god’s eyes," which were likely inspired by fishermen from Urk who settled in the city before 1900. A god’s eye is also called a flower or diamond. The symbol was thought to protect the fisherman at sea and ensure his faithfulness when in a foreign port.


foto van vier miesjes op een rij in Volendam
Photo of four girls in a row in Volendam. Noord-Hollands Archief / Collection of photographs from the Provincial Atlas of North Holland, Inventory number 1703.

Sweaters from Egmond aan Zee have a motif only in the upper part of the sweater with smooth sleeves. This is true for most sweaters from coastal towns along the Zuiderzee, the area between Den Helder and Hoek van Holland. In Zandvoort, both sweaters with only a motif in the upper part and those with a continuous pattern and a center band were worn. Sweaters from Noordwijk are known for their pattern bands with blackberry stitch.


Volendam is the only fishing village in the Netherlands where the sweater has become part of the traditional dress. The black sajet sweater was knitted and worn by the residents for a long time. Postcards clearly show how thin the knitting needles were compared to the thick wool.


foto van twee vrouwen in volendamse klederdracht
Photo of two women in traditional dress, Volendam. Noord-Hollands Archief / Collection of photographs from the Provincial Atlas of North Holland, Inventory number 1709.

Knitting till the End


foto van twee breiende meisjes in klederdracht op Marken
Photo of two knitting girls in traditional dress on Marken. Noord-Hollands Archief / Collection of photographs from the Provincial Atlas of North Holland, Inventory number 2791.

Woolen garments in costume collections, such as those in the Zuiderzee Museum, are silent witnesses to the harsh life of fishermen. They symbolize the efforts that women and girls made to protect themselves and their families from the elements. At the same time, the numerous intricate knitting patterns show how skilled, creative, and technical women were.


About the Provinciale Atlas


The Provinciale Atlas is the image collection of the province of North Holland, consisting of around 82,000 prints, drawings, maps, and photographs. Together, they provide a beautiful picture of how North Holland looked in the past and how it has changed over time. The Provinciale Atlas is managed by Het Noord-Hollands Archief. A large portion of the collection is now accessible through the online Beeldbank.






Sources:



rood logo oneindig noord holland


This article was originally published on Oneindig Noord-Holland.



 
zwart wit foto van de auteur judith van amelsvoort



Judith van Amelsvoort is an art historian and writer. As an editor for the online platform Oneindig Noord-Holland, she focuses on the cultural heritage of the province of North Holland.

Comments


bottom of page