VETE AAN HET JAPANSE HOF
- Sebastiaan Coops
- 28 apr
- 6 minuten om te lezen
door Sebastiaan Coops -
Een tijdje geleden schreven we over Sei Shonagon (965-1010) en haar Hoofdkussenboek (Makura no Soshi). Een prachtige vertelling van een hofdame over haar tijd aan het hof van keizerin Teishi. We hadden het over hoe bijzonder het was dat juist een vrouw in die tijd één van de grootste monumentale werken in de wereldliteratuur schreef. Daarnaast hadden we het ook over de pracht aan het hof, de ordelijke gang van zaken, die in een soort tijdloze ruimte zich voortsleepten als een heilige ceremonie. Toch kwam er al gauw een eind aan. De rivale van keizerin Teishi, waar Sei Shonagon hofdame was, kwam het toneel op als de volgende keizerin. Dit was keizerin Shoshi. En de nieuwe keizerin bracht nieuwe hofdames met zich mee.

Sei Shonagon ruimde het veld voor een andere vrouw, die ook de geschiedenis in zou gaan als één van de grootste Japanse schrijvers aller tijde: Murasaki Shikibu (973-1014 of 1025), dochter uit een onbelangrijke tak van de machtige Fujiwara-clan. Ze is bekend van haar werk het Verhaal van prins Genji (Genji monogatari). Het werk staat vooral bekend als de eerste psychologische roman, omdat de hoofdpersoon Genji geen statisch personage is, maar iemand die een ontwikkeling meemaakt en een heel ander persoon wordt aan het eind van het boek. Het is meeslepend en melancholisch. Omlijst met prachtige poëzie en schitterende omschrijvingen van tuinen, rivieren en avondgezichten. In 2000 kwam er al een Nederlandse vertaling, getiteld Avondgezichten, met een bloemlezing van de mooiste verhalen uit Genji. Daarnaast is er ook een uitstekende vertaling van Jos Vos in vier delen. Beide zeer de moeite waard!
Shikibu over Shonagon
Of Murasaki Shikibu en Sei Shonagon elkaar ooit hebben ontmoet? In het fictieve werk van Liza Dalby, getiteld Het verhaal van Murasaki, vindt er ontmoeting plaats. De ontmoeting is warm en de twee vrouwen spreken met elkaar als gelijken. Toch wijst het er niets op dat ze elkaar mochten, al hebben we slechts één bewijsstuk daarvoor: een stuk uit Shikibus memoires over het Hoofdkussenboek:
“Sei Shōnagon ... was verschrikkelijk ijdel. Ze vond zichzelf zo slim en vulde haar geschriften met Chinese karakters, wat veel te wensen overliet.”

Het was voor vrouwen niet de bedoeling om gebruik te maken van klassiek Chinees. Dat was een taal waarvan tijdgenoten vonden dat het zoveel verfijning en intellect vereiste, dat het alleen aan de mannen voorbehouden was om het te gebruiken. Het was dus eigen een faux-pas dat Shonagon dit wel deed. En dat is wat Murasaki hier benoemt. Hoewel ze zelf een episch werk heeft opgesteld, blijkt Murasaki dus wel echt een kind van haar eigen tijd. In Genji zie je dat terug. De vrouwen moeten gehoorzamen, zo lees ik, en zijn vooral afhankelijk van de mannen in alle opzichten. Hoewel ook vrouwelijke personages worden uitgediept zoals vrouwe Akashi en vrouwe Fujitsubo. Het zijn eigenlijk ook juist de vrouwelijke personages in het werk waardoor veel mensen het wilden lezen. Vrouwen waren altijd ver weggestopt achter een staatsiegordijn. Het was bijzonder ongebruikelijk dat een adellijke vrouw door iemand anders werd gezien dan door andere vrouwen of de meest directe familie. Genji gaf een spannend inkijkje in het leven van deze vrouwen en hun spannende liefdesleven met de prachtige prins Genji.
Murasaki persoonlijk
Murasaki heeft iets meer over zichzelf achtergelaten dan Sei Shonagon. Ze schreef een fragmentair dagboek over haar tijd aan het hof. We weten dus hoe het er met haar aan toe ging. Haar belangrijkste werken, haar memoires en het Verhaal van Genji waren af in 1010. Murasaki bleef tot 1013 aan het hof werken.
“Het leven stroomt voort, en wie zal het ooit lezen – dit aandenken aan haar wier nagedachtenis nooit zal sterven“ -Murasaki Shikibu
Waarschijnlijk was Murasaki naar het hof gehaald om te wedijveren met Sei Shonagon. Het hof van keizerin Shoshi moest het hof van haar rivaal en voorganger kunnen overtreffen. Het Hoofdkussenboek van Shonagon moest dus ook worden overtroffen. Murasaki was toch heel anders dan Shonagon. Ze was meer ingetogen, niet erg sociaal en leek zich van veel dingen afzijdig te houden. Toch laat ze ook in het Verhaal van prins Genji een goed gevoel voor humor zien en een diepe kennis van de menselijke psyche. Ze nam in haar werk dikwijls mensen op de hak en liet zien dat ze een uitstekende begaafdheid had in haar dichtkunst, net als Shonagon trouwens.
Vredig samen
Tegenwoordig bestaan beide vrouwen vredig samen in de belangrijkste bloemlezing van Japanse dichtkunst: de Hyakunin Isshu. Het zijn 100 gedichten van 100 belangrijke dichters. Rond nieuwjaar worden de gedichten gebruikt in een kaartspel. De spelers moeten de ene helft van het gedicht koppelen aan de andere helft. Er zijn dus veel Japanners die het gedicht van Murasaki en Shonagon uit hun hoofd moeten kennen. Shonagon haar gedicht gaat als volgt:
夜をこめて 鳥の空音は 謀るとも
よに逢坂の 関は許さじ
Zelfs als je in de duisternis
de valse roep van vogels gebruikt
om mij te misleiden
de wachtpost bij de poort van Ōsaka
zal je nooit doorlaten.
En het gedict van Murasaki gaat als volgt:
めぐりあひて 見みしやそれとも わかぬ間に
雲がくれにし 夜半の月かな
We ontmoetten elkaar weer
maar voor ik zeker wist
of het echt jij was,
werd je alweer bedekt door wolken,
zoals de maan op middernacht.
Bronnen:
Berge, H.C. ten (2000). Avondgezichten: Liefdes uit het leven van prins Genji. Meulenhoff, Amsterdam, Nederland.
Shikibu, M. (2013). Het verhaal van Genji. Athenaeum, Amsterdam, Nederland. (源氏物語 Genji monogatari ca. 1021, vertaald door J. Vos).

Sebastiaan Coops is een historicus gespecialiseerd in koloniale en wereldgeschiedenis. Tijdens zijn studie geschiedenis en Azië-studies aan de Universiteit Leiden heeft hij zich veel beziggehouden met Nederlandse koloniale geschiedenis, met een bijzondere interesse in materiële geschiedenis. Je kunt hem daarom een echte verzamelaar noemen. Dat kun je ook bij hem thuis zien, waar hij een grote collectie oude prenten heeft over historische onderwerpen.
- ENGLISH BELOW -
Some time ago, we wrote about Sei Shōnagon (965–1010) and her The Pillow Book (Makura no Sōshi). A beautiful account by a court lady about her time at the court of Empress Teishi. We talked about how extraordinary it was that a woman in that era wrote one of the greatest monumental works in world literature. We also discussed the beauty of court life – the orderly proceedings unfolding in a kind of timeless space like a sacred ceremony. Yet that era soon came to an end. The rival of Empress Teishi, whom Sei Shōnagon served, entered the stage as the next empress: Empress Shōshi. A new empress brings new court ladies.

Sei Shōnagon made way for another woman, who would also go down in history as one of the greatest Japanese writers of all time: Murasaki Shikibu (973–1014 or 1025). She was a daughter from a minor branch of the powerful Fujiwara clan. She is best known for her work The Tale of Genji (Genji Monogatari). The work is especially regarded as the first psychological novel, because the main character, Genji, is not a static figure but one who undergoes development and becomes a very different person by the end. It is captivating and melancholic, framed with beautiful poetry and vivid descriptions of gardens, rivers, and evening scenes. In 2000, a Dutch translation titled Avondgezichten (Evening Scenes) was published, featuring a selection of the most beautiful stories from Genji. There is also an excellent translation by Jos Vos in four volumes – both highly recommended.
Shikibu on Shōnagon
Did Murasaki Shikibu and Sei Shōnagon ever meet? In the fictional novel The Tale of Murasaki by Liza Dalby, such a meeting does occur. It is a warm encounter, with the two women speaking as equals. Still, there’s little indication they liked each other. We have just one piece of evidence: a passage from Murasaki's diary referring to The Pillow Book.
“Sei Shōnagon ... was terribly vain. She thought herself so clever and filled her writings with Chinese characters, which left much to be desired.”

It was not proper for women to use classical Chinese. That was considered a language requiring such refinement and intellect that only men were thought fit to use it. So Shōnagon’s use of it was a kind of faux pas – and Murasaki points that out. Despite having written an epic herself, Murasaki was clearly a child of her time. That is also reflected in Genji. The women must obey, we read, and are dependent on men in every respect. Still, female characters like Lady Akashi and Lady Fujitsubo are portrayed in depth. In fact, it is precisely these female characters that drew many readers to the work. Women were usually hidden far behind ceremonial curtains. It was highly unusual for a noblewoman to be seen by anyone other than other women or her closest family. Genji offered an exciting glimpse into the lives of these women and their passionate love affairs with the beautiful Prince Genji.
Murasaki in person
Murasaki left behind a bit more information about herself than Sei Shōnagon did. She wrote a fragmentary diary about her time at court. So we know something about her experiences there. Her most important works – her memoirs and The Tale of Genji – were completed by 1010. Murasaki remained at court until 1013.
"Life flows on, and who will ever read it – this keepsake of her whose memory will never die" – Murasaki Shikibu
She was likely brought to court to rival Sei Shōnagon. Empress Shōshi’s court had to outshine that of her predecessor and rival. The Pillow Book had to be surpassed. Yet Murasaki was very different from Shōnagon. She was more reserved, not very social, and seemed to hold herself apart from many things. Nonetheless, in The Tale of Genji, she shows a keen sense of humor and deep insight into the human psyche. She often mocked people in her work and demonstrated remarkable poetic talent – much like Shōnagon, in fact.
Peaceful coexistence
Today, both women peacefully coexist in the most important anthology of Japanese poetry: the Hyakunin Isshu. It consists of 100 poems by 100 important poets. Around New Year's, the poems are used in a card game. Players must match the first half of a poem to its second half. So many Japanese people must memorize the poems by Murasaki and Shōnagon.
Shōnagon’s poem goes like this:
夜をこめて 鳥の空音は 謀るとも
よに逢坂の 関は許さじ
Even if you try to trick me
in the dark of night
with a bird's false cry –
the checkpoint at Ōsaka
will not let you pass.
And Murasaki’s poem:
めぐりあひて 見しやそれとも わかぬ間に
雲がくれにし 夜半の月かな
We met once again –
but before I could be sure
it was really you,
you vanished behind the clouds,
like the midnight moon.
Sources:
Berge, H.C. ten (2000). Avondgezichten: Liefdes uit het leven van prins Genji. Meulenhoff, Amsterdam, the Netherlands.
Shikibu, M. (2013). Het verhaal van Genji. Athenaeum, Amsterdam, the Netherlands. (源氏物語 Genji monogatari ca. 1021, translated by J. Vos).

Sebastiaan Coop is a historian specialised in colonial and world history. While studying history and Asia studies at Leiden University, he focused on Dutch colonial history, with a particular interest in material history. You can therefore call him a real collector, which can be seen at his home, where he has a large collection of old prints on historical subjects.
Comments