top of page
Zoeken

DE NEDERLANDSE VIRGINIA WOOLF - CÉCILE DE JONG VAN BEEK EN DONK

door Sebastiaan Coops -


Afbeelding: Cécile Goekoop-de Jong van Beek en Donk (ca. 1895-1925) Fotograaf Onbekend. Fotocollectie Diepenbrock, Rijksmuseum, Amsterdam, Nederland.

Als Viriginia Woolf Nederlands was, dan had ze Cécile de Jong van Beek en Donk geheten (1866-1944). Cécile was één van de twee dochters uit de adellijke De Jong familie, met een landgoed in Beek en Donk in Noord-Brabant. Samen met haar zus Elsa waren ze van plan om iets betekenisvols te leveren voor de vrouwenemancipatie in Nederland.  


Cécile trouwde in 1890 met Adriaan Goekoop, de bekende en steenrijke vastgoedmagnaat uit Den Haag die daar zowat alle grond bezat waar de villawijken op gebouwd zijn. De naam Adriaan vond ze niet mooi klinken en noemde hem daarom maar Paul. Hun huwelijk bleef liefdeloos en inspireerde Cécile om te doen wat ze zelf wilde: opkomen voor de vrouwenkwestie.  


Omstreeks 1893 begon Cécile met het monumentale werk Hilda van Suylenburg, dat de meest gelezen Nederlandse feministische roman zou worden. In veel opzichten doet Hilda, de hoofdpersoon uit het boek, denken aan Cécile en haar zus Elsa. Het leven van Hilda is oppervlakkig en in dienst van het zoeken naar amusement en een goede partij om mee te trouwen. Ze vindt een vriendin in een vrouwelijke arts, Corona van Oven en gaat studeren. Cécile, toen inmiddels drie jaar woonachtig in Den Haag, was helemaal klaar met dit lege leven. Ook Cécile vond haar eigen vrouwelijke arts, Catharine van Tussenbroek uit Amsterdam. Vrouwen als Catharine inspireerden haar om zich intensiever met de emancipatiestrijd bezig te houden. Haar zus Elsa studeerde niet geheel toevallig net als Hilda rechten, en zou als eerste Nederlandse vrouw daarin afstuderen. Wat helaas niet lukte. 


Alles veranderde tijdens haar reis in 1893 met Paul door de Verenigde Staten. Ze zag er de Wereldtentoonstelling in Chicago en ontdekte dat er een gebouw gewijd was aan vrouwenarbeid. Het Nederlandse gedeelte was tot haar schrik slecht vertegenwoordigd. Dit gaf haar het inzicht om er zelf iets mee te doen. Terug in Nederland ging ze ijverig aan de slag en werd presidente van de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid die in 1898 moest plaatsvinden tezamen met de inhuldiging van koningin Wilhelmina. In augustus 1897 reisde Cécile naar België voor het Internationaal Feministisch Congres. Ze vond de vrouwen die spraken erg indrukwekkend door hun elegantie en zag duidelijk voor zich hoe de vrouwenkwestie in Nederland moest worden aangepakt: fatsoenlijk baanbrekend. En dat werd het. Paul had een locatie en een tijdelijke tentoonstellingsruimte georganiseerd.  


'Vrouwenemancipatie is het recht voor ons om te leven niet net als een man, maar evengoed als een man, niet meer aan alle zijden belemmerd!' - Cécile de Jong van Beek en Donk

Rond deze tijd publiceerde Cécile haar papieren tentoonstelling. Hilda van Suylenburg kwam in druk en het sloeg in als een bom. Een jarenlang verzamelen van verhalen, uit haar eigen leven of bij vrienden en kennissen, zorgde voor een monumentaal werk dat uiteenzet hoe vrouwen zijn achtergesteld tegenover de man. De bom was te horen in de huiskamers, in de kranten en zelfs in de Tweede Kamer. Emancipatie was door Cécile niet meer ridicuul en excentriek maar werd steeds meer gedragen door de hele samenleving.  


Op 9 juli 1898 was de opening van de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid in Den Haag. Koetsen met wapenschilden reden af en aan om de 600 aanwezigen af te zetten. Vertegenwoordiging van het koninklijk huis, de voltallige regering, de Haagse gemeenteraad, de Pauselijke nuntius, diplomatieke gezanten, militaire autoriteiten, sympathisanten en bewonderaars en zelfs de prins van Soerakarta. In haar openingsrede zei Cécile dat de meeste aanwezige vrouwen niet weten wat werken is omdat ze werken verwarden met hulpvaardigheid en enthousiasme. Het kwam door hun te chique opvoeding.  


Wakkerschudden is wat Cécile heeft gedaan met haar boek en de tentoonstelling. “Hier lag de didactische roman waar de vrouwenbeweging al zo lang op wachtte! Pas nu kon het feminisme binnendringen in de kamers van jonge vrouwen die nog sliepen achter zware gordijnen” werd geschreven in Belang en recht. Cécile zelf gebruikte dezelfde ontwaakmetafoor voor haar tentoonstelling: “Wakkerschudden, opwekken tot belangstellen en medevoelen, tot onderzoeken en nadenken, dát is wat wij willen!” 


Céciles boek 'Hilda van Suylenburg' is een feministische klassieker, die verkrijgbaar is bij de boekhandel (ISBN 9789491618437 paperback €25,50)

 

Sebastiaan Coops is een historicus gespecialiseerd in koloniale en wereldgeschiedenis. Tijdens zijn studie geschiedenis en Azië-studies aan de Universiteit Leiden heeft hij zich veel beziggehouden met Nederlandse koloniale geschiedenis, met een bijzondere interesse in materiële geschiedenis. Je kunt hem daarom een echte verzamelaar noemen. Dat kun je ook bij hem thuis zien, waar hij een grote collectie oude prenten heeft over historische onderwerpen.



Comments


bottom of page