- Freeke de Meyer -
In het Zwartzusterklooster in Leuven werd op 10 april 1743 om 8u30 in de morgen een meisje geboren. Ze kreeg de naam Marie Catherine Josephe en ze erfde de indrukwekkende adellijke titels van Gravin van Merode en Prinses van Rubempré en Everberg. Marie Catherine was het product van een liefdeshuwelijk en haar geboorte ging in tegen de gebruiken van de adel in die tijd.
Haar geboorteplaats was geen vrije keuze, maar het gevolg van de opsluiting van haar moeder in het klooster. Haar moeder, Catherine Ocreman, was opgesloten toen haar man, Maximilien Leopold, graaf van Merode en prins van Rubempré en Everberg, door keizerin Maria Theresia werd opgesloten in de Citadel van Antwerpen. De reden voor zijn opsluiting: het meest schandalige huwelijk van de eeuw. Maximilien Leopold was een gerespecteerd lid van de Brusselse hofadel en werd beschouwd als een van de hoogste edelen van de Oostenrijkse Nederlanden. Hij tartte alle regels, voorschriften en verwachtingen van de adel en trouwde met een gewone vrouw. Catherine Ocreman, zijn linnenmeisje, was al veertien jaar lang voor het huwelijk zijn grote liefde. Ondanks de sociale verontwaardiging werd het huwelijk legaal geacht en bleef het in stand. Als een van de rijkste erfgenamen van Europa was Marie Catherine een aantrekkelijke bruid, ondanks het feit dat haar moeder een gewone burger was. Op 15-jarige leeftijd trouwde ze met een ver familielid, een edelman met respectabele militaire geloofsbrieven, Philippe Maximilien, graaf van Merode en het Heilige Roomse Rijk. Tijdens het huwelijk begint Marie Catherine tekenen van haar eigen onafhankelijkheid te vertonen. Wanneer haar ambitieuze echtgenoot, gefrustreerd door een gebrek aan militaire promotie, de Habsburgers de rug toekeert en naar Frankrijk verhuist, blijft Marie Catherine in Brussel. Ze geniet van haar nieuwe vrijheid en groeit in die periode uit tot een onafhankelijke, volwassen vrouw met haar eigen opvattingen en een sterke wil.
Aan de ene kant is Marie Catherine, gravin van Merode en prinses van Rubempré een schoolvoorbeeld van de adel in de tweede helft van de achttiende eeuw. Ze leidde een uitbundig leven, met een leger aan huisbedienden, die klaarstonden om aan al haar grillen en fantasieën gehoor te geven. Ze volgde de laatste mode op de voet, genoot van exquise maaltijden en reisde wanneer ze maar zin had in een andere omgeving. Zoals van een hoveling werd verwacht, bezocht ze regelmatig het theater, diners en bals. Ze spendeerde zoals haar status verwachtte, maar Marie Catherine was niet zomaar een verkwistende en losbandige gravin.
Ze was bovenal een femme d'action, barstend van energie, enthousiasme en daadkracht. Haar onafhankelijkheid en enorme verantwoordelijkheidsgevoel zijn een constante in haar leven. Binnen de grenzen van de patriarchale samenleving van het Ancien Régime eiste ze waar mogelijk autonomie op. Na de dood van haar man werd ze regentes aan het hoofd van de familie Merode en ze toonde voortdurend haar vaardigheid en vermogen om deze complexe en soms delicate taak te volbrengen. Jarenlang bestuurde ze het enorme patrimonium uitstekend. Ze had een scherp oog voor zaken, was een nauwgezette boekhouder en deinsde er niet voor terug om haar macht als hoofd van de familie te gebruiken.
De familie Merode ging de 19e eeuw in met een zeer machtige financieel-economische en sociale positie. Dit was voor een groot deel te danken aan het financiële inzicht van Marie Catherine en haar slimme successieplanning. Tegen het einde van haar leven wekte de Brabantse Revolutie haar politieke interesse en nam ze actief deel aan de lopende politieke debatten.
Ze stierf op 26 maart 1794 aan het einde van het Ancien Régime, zich niet bewust van het nieuwe tijdperk dat op het punt stond te beginnen.
Afbeelding: Onbekende Artiests (Jaar onbekend) portret van Marie catherine Josephe gravin van Merode prinses van Rubempré en Everberg. ©Bureau voor Iconografie VAKB vzw
Comments