- Jasmijn Groot -
Zoals Sebastiaan in zijn recensie over de nieuwe serie Het verhaal van Nederland: Oranje-Nassau al terecht stelde, waren het bij adellijke families in de Nederlanden toch heel vaak de vrouwen achter de coulissen die de echte hoofdrolspelers waren. Tot voor kort werden zij over het hoofd gezien, hun rol onderschat door vooroordelen en stereotyperingen over hun sekse. Maar gelukkig zijn er steeds meer historische vrouwen van onze bodem, die van historici eindelijk de aandacht krijgen die ze verdienen, wat ons steeds meer doet inzien hoe pienter, gewiekst en onbeschaamd zij eigenlijk deelnamen aan zaken die werden getypeerd als ‘mannelijk’. Het onderzoek van de Vlaamse historica Freeke de Meyer naar Marie Catherine Josephe gravin van Merode en prinses van Rubempré en Everberg (1743-1794), wat ze heeft gepubliceerd in het boek Hoog geboren, ambitieus en eigenzinnig, is één van de meest complete en heerlijkst geschreven biografieën over een historische vrouw die ik tot nu toe onder ogen heb gehad.
Fortuinlijke afkomst en toevalligheden
Marie Catherine zou van vitaal belang worden voor de adellijke van Merode familie, maar bij haar geboorte was dat allemaal nog niet zo zeker. Haar vader kwam dan wel uit één van de meest vooraanstaande families van de Zuidelijke Nederlanden, haar moeder was van ‘gewone komaf’ en had haar vaders familie jarenlang gediend als linnenmeid. Toen hun geheime huwelijk aan het licht kwam, was de Brusselse adel in rep en roer en werden er verstrekkende maatregelen in het leven geroepen om de misstap van de verliefde echtelieden uit het zicht te houden.
Marie Catherine bleef echter een aantrekkelijke partij en wist de sociale ladder op te klimmen door de voordelen van haar afkomst en een aantal fortuinlijke toevallen. Haar familie was nog steeds exorbitant rijk, ze genoot de best mogelijke opleiding, en ze was haar vaders belangrijkste erfgenaam. Daarom wilde de bijna vijftien jaar oudere en zeer ambitieuze Philippe Maxmilien van Merode haar maar al te graag als bruid toen ze nog niet eens zestien jaar oud was. Philippe Maximilien was de tweede zoon van een rijk geslacht, maar erfde het patrimonium van de familie na het overlijden van zijn kinderloze broer. Zijn familie had het familiebezit generatielang administratief slecht bijgehouden. Dat tij wilde hij keren.
Toen Philipe Maximilien zijn vrouw als 29-jarige weduwe achterliet met vier minderjarige kinderen, brak voor haar een mogelijkheid aan voor een volgende stap. Het patrimonium was financieel gezond en veilig. Nu was het aan haar om het verder uit te breiden. En ze had er de mogelijkheid toe. Als weduwe en als voogd van het nieuwe familiehoofd, had ze heel wat meer macht dan als getrouwde vrouw. De Meyer vertelt ons hoe Marie Catherine tot haar laatste adem de touwtjes stevig in handen hield, hoe ze dat met haar afkomst en ervaring mogelijk maakte, en in welke opzichten ze een echt kind van haar ouders was.
Werk van formaat
Voor een leven dat vijftig jaar behelsde lijkt De Meyers boek op het eerste gezicht misschien een hele opgave. Het werk is groot van formaat, zowel van buiten als vanbinnen. Wanneer je voorbij de enorme kaft kijkt, merk je al snel dat de 400-pagina tellende biografie is opgedeeld in slechts vier delen, die ieder op hun beurt enkel overzichtelijk worden gemaakt door een aantal kopjes. Het kan de indruk opwekken dat het best wat moeite kan kosten om door het verhaal van deze prinses te komen. Niks is minder waar.
De Meyers heeft een heel smakelijke en innemende vertelstijl, die de intriges en smeuïge details uit het leven van Marie Catherine alleen maar sappiger maken, waardoor je ogen vloeienderwijze over de pagina’s heeng lijden. En voor je het weet, kan je het boek niet meer neerleggen, omdat je nog meer moet te weten moet komen over deze wereld waar De Meyer je in heeft meegezogen.
Wat daarbij zo opvallend is, is dat De Meyers opgepende verhaal extreem gedetailleerd is. Ze weet zoveel te vertellen over Marie Catherine, haar tijd en haar milieu. Wat ze leerde op school, hoeveel haar ouders neerlegden om haar een opleiding te geven, hoeveel leden personeel ze had en wat zij betaald kregen – zelfs wat ze moeten hebben gedragen en hoe hun relatie tot hun werkgevers moet zijn geweest. De Meyer creeert een totaalbeeld van deze adellijke vrouw uit de achttiende eeuwse Zuidellijke Nederlanden. Natuurlijk is niet alles aan ons overgeleverd. Waar nodig, geeft de Meyer dat toe, maar biedt ze nog steeds mogelijkheden en opties waar we mee uit de voeten kunnen.
Regelmatig moet De Meyer bronnen raadplegen die wat verder van Marie Catherine staan. Het zijn voornamelijk bronnen die door de mannen uit haar leven zijn achtergelaten en die ons op het eerste gezicht meer over hen vertellen. Dit is geen vreemde formule voor onderzoeken naar historische vrouwen. Integendeel, het gebeurt heel vaak. Het gevaar daarbij is alleen dat het zwaartepunt bij de mannen in kwestie komen te liggen en dat de vrouw uit het oog wordt verloren. Deze recensent heeft al het werk van menig schrijver en historicus moeten oordelen waarbij dat helaas het geval was.
Maar niet bij De Meyer. Ze weet de informatie altijd terug te leiden naar haar leading lady. Marie Catherine is altijd het zwaartepunt, geheel geplaats in haar eigen tijd. Dat is een prestatie, die ik nog bij weinig biografieën van historische vrouwen heb
gezien.
Hoog geboren, ambitieus en eigenzinnig: Marie Catherine Josephe, gravin van Merode en prinses van Rubempré en Everberg (1743-1794) is nu verkrijgbaar.
Afbeelding: Freeke de Meyer (2023)
Comments